Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Rustdruk en aansluitdruk controleren
Aansluitdruk
(stromingsdruk)
Onder 15 mbar (1,5 kPa)
15 tot 18 mbar (1,5 tot
1,8 kPa)
18 tot 50 mbar (1,8 tot
5 kPa)
Boven 50 mbar (5 kPa)
Instelling draaischuifklep controleren
A
Afb. 9
1. Gasafsluitkraan openen.
2. Stand van de draaischuifklep bij stilstand van de
brander controleren. De vensters van de draai-
schuifklep
moeten volledig geopend zijn. De
B
schaalring
op de luchtklepservomotor moet, in
D
relatie tot de markering
3. Controleren of de compensatieslang
gascombiregelaar en verdeelbuis is aangesloten.
4. Brander in bedrijf stellen.
14
Maatregel
Geen instellingen uitvoeren Gasbedrijf informeren.
Opgelet! De verwarmingsketel mag slechts tijdelijk (noodbedrijf) met deze instelling
gebruikt worden.
Gasbedrijf informeren.
Verwarmingsketel in bedrijf stellen.
Afzonderlijke gasdrukregelaar met nulafsluiting van de ketelinstallatie voorschakelen.
Druk op 20 mbar (2 kPa) instellen.
Gasbedrijf informeren.
C
, op "0" staan.
tussen
A
(vervolg)
B
C
D
5. Stand van de draaischuifklep tijdens de startfase
controleren. De vensters van de draaischuifklep
moeten gedurende circa 5 s bijna dicht gaan, de
schaalring
staat gedurende deze periode op de
D
volgende instellingen:
Nominaal vermogen in
kW
Instelling draaischuif-
klep
248
314
B
30°
30°