VENTILATIE
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
Voorruit en zijruiten
De uitstroomopeningen aan de onderzijde
van de voorruit en de zijventilatieroosters
zorgen voor een snelle ontwaseming
van de voorruit en zijruiten. Dek deze
uitstroomopeningen daarom niet af.
Het pollenfilter zorgt voor een constante
en krachtige filtering van stofdeeltjes uit de
luchttoevoer.
De luchtrecirculatie in het interieur kan
worden ingeschakeld door de bestuurder of
voorpassagier en dient om de toevoer van
buitenlucht af te sluiten.
Gebruik deze stand echter niet langer
dan nodig is; zet de schakelaar zodra de
omstandigheden dit toelaten weer in de
stand toevoer buitenlucht.
Handbediening
Zet de schakelaar van de
luchtverdeling in deze stand.
Snel ontdooien en ontwasemen
van de voorruit:
-
zet de aanjager in de hoogste stand,
- zet de schakelaar van de
luchttoevoer tijdelijk in de
luchtrecirculatiestand.
Zet de schakelaar zodra de
omstandigheden dit toelaten
weer in de stand toevoer
buitenlucht om de lucht in het
interieur te verversen.
Achterruitverwarming en verwarming
buitenspiegels
Druk de schakelaar bij
draaiende motor in om
de achterruitverwarming
en de verwarming van de
buitenspiegels in te schakelen.
Deze functie wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik
te voorkomen. Als de functie wordt
uitgeschakeld door de motor af te zetten,
wordt deze opnieuw ingeschakeld als de
motor weer wordt gestart.
Druk op deze toets om de functie uit te
schakelen.
Ventilatie
3