7
Inwerkingstelling, gebruik van de machine
7.1 Veiligheidssysteem
7.2 Bandenspanning
Profihopper PH1250 BAF0012.0 02.13
De maaier is met 5 veiligheidschakelaars uitgerust:
•
Een veiligheidsschakelaar op de motor voor het uitschakelen van
het maaiwerk, zodra de bedrijfstemperatuur van de motor hoger is
geworden dan 110°C (zie par. 9.2.3).
•
Een veiligheidsschakelaar onder de stoel voor het afschakelen van
de motor, zodra de bestuurder de stoel verlaat en de handrem niet is
aangetrokken.
•
Een veiligheidsschakelaar op de bak voor het uitschakelen van de
motor, wanneer de bak is opgetild, terwijl het maaiwerk nog is
ingeschakeld.
•
Een veiligheidsschakelaar op de deksel van de bak voor
uitschakelen van het maaiwerk, wanneer de opvangbak compleet is
gevuld. (afb.7.1-1)
•
Een veiligheidsschakelaar onder het maaiwerk voor het uitschakelen
van de elektromagnetische koppeling, zodra de schroeftransporteurs
zijn geblokkeerd resp. blijven staan.
Het maaiwerk kan alleen in bedrijf worden genomen, wanneer aan de
volgende 5 voorwaarden is voldaan:
•
Geen oververhitte motor (bijv. koeler vervuild).
•
De bak moet gesloten zijn en compleet zijn neergelaten.
•
De stoel moet zijn bezet.
•
De transportschroeven op het maaiwerk moeten vrij zijn.
•
De handrem moet zijn gewist.
TIP
De motor kan alleen bij bezette bestuurdersstoel worden gestart!
Zorg altijd voor de voorgeschreven bandenspanning. Andere
bandenspanningen dan aanbevolen kunnen het rijgedrag negatief
beïnvloeden.
Bandenspanning:
voor:
achter:
Maaiwerkbanden:
Inwerkingstelling, gebruik van de machine
1,5 bar
1,5 bar
1,5 bar
45