Inhoudsopgave
Advertenties
8.3 Instellen van zomerstand
De zomerstand kan worden geselecteerd vanaf model C.
In de zomerstand wordt de pomp uitgeschakeld om energie te
besparen en werkt alleen de elektronica. Om kalkafzetting en ver-
stopping van de pomp te voorkomen, wordt deze regelmatig voor
korte tijd ingeschakeld. Dit is een alternatief voor het uitschakelen
van de pomp als de kans op kalkafzetting bestaat.
Als de pomp wordt uitgeschakeld door de voe-
dingsspanning uit te schakelen, bestaat het
N.B.
risico op kalkafzetting bij langdurige stilstand.
De pomp geeft E1 aan bij inschakeling.
8.3.1 Inschakelen van zomerstand
De zomerstand wordt geactiveerd door 3 tot 10 seconden lang
om de toets voor de automatische nachtverlaging te drukken.
Zie afb. 22. De groene lichtbalk knippert snel en na korte tijd
wordt het display uitgeschakeld en gaat de groene lichtbalk lang-
zaam knipperen
.
Afb. 23 Toets voor automatische nachtverlaging
In de zomerstand wordt de pomp automatisch regelmatig inge-
schakeld op laag toerental om blokkering van de rotor te voorko-
men. Het display wordt uitgeschakeld.
Als zich alarmen voordoen tijdens de zomerstand, worden deze
niet weergegeven. Als de zomerstand weer wordt gedeactiveerd,
worden alleen de actuele alarmen weergegeven.
8.3.2 Uitschakelen van zomerstand
De zomerstand kan worden gedeactiveerd door op een willekeu-
rige toets te drukken. De pomp gaat dan terug naar de vooraf-
gaande modus en instelling.
Als de automatische nachtverlagingsmodus is ingeschakeld voor-
dat de zomerstand werd ingesteld, gaat de pomp terug naar de
automatische nachtverlagingsmodus na de zomerstand.
8.4 Doel van bypass-afsluiter
A
1
2
Q
min.
A
ALP
3
Afb. 24 Systemen met bypass-afsluiter
16
BYPASS
HA2 L
3
AUTO
Bypass-afsluiter
Het doel van de bypass-afsluiter is ervoor te zorgen dat de
warmte van de boiler kan worden gedistribueerd als alle afsluiters
in de vloerverwarmingscircuits en/of de thermostatische radiator-
kranen gesloten zijn.
Systeemonderdelen:
•
bypass-afsluiter
•
debietmeter, pos. A.
Wanneer alle afsluiters gesloten zijn moet het minimale debiet
beschikbaar zijn.
De pompinstelling is afhankelijk van het gebruikte type
bypass-afsluiter, d.w.z handmatig bediend of thermostatisch
geregeld.
8.5 Handmatig bediende bypass-afsluiter
1. Stel de bypass-afsluiter bij met de pomp op instelling I (toe-
rental I).
Het minimale debiet (Q
) van het systeem moet altijd in
min.
acht worden genomen.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant.
2. Wanneer de bypass-afsluiter is bijgesteld, stel de pomp dan in
volgens
7. Instellen van de
8.6 Automatische bypass-afsluiter (thermostatisch
geregeld)
1. Stel de bypass-afsluiter bij met de pomp op instelling I (toe-
rental I).
Het minimale debiet (Q
) van het systeem moet altijd in
min.
acht worden genomen.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant.
2. Als de bypass-afsluiter is bijgesteld, stelt u de pomp in op de
laagste of hoogste constante drukcurve.
Uitleg bij pompinstellingen in relatie tot capaciteitscurves, zie
paragraaf
10. Pompinstellingen en
pomp.
pompcapaciteit.
Advertenties
Inhoudsopgave
