13. Capaciteitscurves
13.1 Richtlijnen voor capaciteitscurves
Elke pompinstelling heeft zijn eigen capaciteitscurve (QH-curve).
AUTO
bestrijkt echter een capaciteitsbereik.
ADAPT
Een vermogenscurve (P1-curve) behoort bij elke QH-curve.
De vermogenscurve toont het stroomverbruik van de pomp (P1)
in watt bij een gegeven QH-curve.
De P1-waarde komt overeen met de waarde die kan worden
afgelezen van het display van de pomp. Zie afb. 30.
H
P1
Afb. 30 Capaciteitscurves in relatie tot pompinstelling
Instelling
Pompcurve
AUTO
ADAPT
Setpoint binnen het gemarkeerde gebied
(fabrieksinstelling)
PP1
Laagste proportionele drukcurve
PP2
Tussenliggende proportionele drukcurve
PP3
Hoogste proportionele drukcurve
CP1
Laagste constante drukcurve
CP2
Tussenliggende constante drukcurve
CP3
Hoogste constante drukcurve
III
Constante curve/constant toerental III
II
Constante curve/constant toerental II
I
Constante curve/constant toerental I
Curve voor automatische nachtverla-
ging/zomerstand
Voor nadere informatie over pompinstellingen raadpleegt u deze
paragrafen:
6.3 Lichtbalken die de instelling van de pomp weergeven
7. Instellen van de pomp
10. Pompinstellingen en
pompcapaciteit.
PP3
CP3
PP2
CP2
PP1
CP1
II
I
II
I
13.2 Curvecondities
De onderstaande richtlijnen gelden voor de capaciteitscurves op
de volgende pagina's:
•
Testvloeistof: water zonder lucht.
•
De curves zijn van toepassing op een dichtheid van
3
ρ = 983,2 kg/m
en een vloeistoftemperatuur van 60 °C.
•
Alle curves laten gemiddelde waarden zien en moeten niet
beschouwd worden als gegarandeerde curves. Als een speci-
fieke minimale capaciteit vereist is, moeten afzonderlijke
metingen worden verricht.
•
De curves voor toerentallen I, II en III zijn gemarkeerd.
•
De curves zijn van toepassing op een kinematische viscositeit
van = 0,474 mm
•
De omzetting tussen opvoerhoogte H [m] en druk p [kPa] is
gemaakt voor water met een dichtheid van ρ = 1000 kg/m
Voor vloeistoffen met andere dichtheden, bijvoorbeeld warm
water, is de persdruk evenredig met de dichtheid.
•
Curves verkregen overeenkomstig EN 16297.
III
III
Q
2
/s (0,474 cSt).
3
.
23