Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Basisconfiguratie - Emerson Rosemount 8750W Snelstartgids

Verberg thumbnails Zie ook voor Rosemount 8750W:
Inhoudsopgave

Advertenties

Snelstartgids
Stap 7: Basisconfiguratie
Nadat de magnetische flowmeter is geïnstalleerd en de voeding is aangelegd,
moeten de basisinstellingen van de transmitter worden geconfigureerd. Deze
parameters kunnen worden geconfigureerd met behulp van een local operator
interface (LOI) (lokale bediening) of een HART-communicatie-instrument.
Een tabel met alle parameters begint op
geavanceerdere functies zijn opgenomen in de uitvoerige producthandleiding.
Elementaire configuratie
Tag (tag)
Tag is de snelste en doeltreffendste manier om transmitters te identificeren en
van elkaar te onderscheiden. Transmitters kunnen worden getagd volgens de
vereisten van uw toepassing. De tag kan maximaal acht tekens lang zijn.
Flow units (PV) (Floweenheid [PV])
Bij de variabele flow rate units (eenheid van flowsnelheid) stelt u in hoe de
flowsnelheid moet worden weergegeven. Kies de meeteenheid die past bij
uw specifieke meetbehoeften.
URV (Upper Range Value) (maximale meetwaarde)
De maximale meetwaarde (URV) stelt het 20 mA-punt voor de analoge uitgang in.
Deze waarde wordt doorgaans ingesteld op volledige flow. De weergegeven
meeteenheid komt overeen met de meeteenheid die is ingesteld onder de
parameter units (eenheden). De URV kan worden ingesteld op een waarde tussen
–12 m/s en 12 m/s (–39,3 ft/s en 39,3 ft/s). Het verschil tussen de URV en de LRV
moet ten minste 0,3 m/s (1 ft/s) zijn.
LRV (Lower Range Value) (minimale meetwaarde)
De minimale meetwaarde (LRV) stelt het 4 mA-punt voor de analoge uitgang in.
Deze waarde wordt doorgaans ingesteld op een flow van nul. De weergegeven
meeteenheid komt overeen met de meeteenheid die is ingesteld onder de
parameter units (eenheden). De LRV kan worden ingesteld op een waarde van
–12 m/s tot 12 m/s (–39,3 ft/s tot 39,3 ft/s). Het verschil tussen de URV en de
LRV moet ten minste 0,3 m/s (1 ft/s) zijn.
Line size (Leidingdiameter)
De leidingdiameter (sensormaat) moet worden ingesteld op de feitelijke maat van
de sensor die is aangesloten op de transmitter. De diameter moet in inches
worden opgegeven.
Calibration number (kalibratienummer)
Het kalibratienummer van de sensor is een nummer van 16 cijfers dat bij kalibratie
van de flow in de Rosemount-fabriek wordt gegenereerd; het is voor elke sensor
uniek.
28
pagina
29. Beschrijvingen van
Maart 2014

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave