Snelstartgids
Afbeelding 14. Aanleggen van de doorvoerbuizen
Voeding
Voeding
Uitgang
Leg de kabel van de juiste doorsnede door de doorvoerleiding-aansluitingen van
uw magnetische flowmetersysteem. Leg de voedingskabel tussen de
voedingsbron en de transmitter. Leg de spoelaandrijvings- en de elektrodenkabel
tussen de flowmetersensor en de transmitter.
De geïnstalleerde signaalbedrading mag niet gelijk oplopen met en niet
door dezelfde kabelgoot lopen als de bedrading voor de wissel- of
gelijkstroomvoeding.
Het instrument moet goed geaard zijn volgens de nationale en plaatselijke
elektriciteitsvoorschriften.
De Rosemount-combinatiekabel met onderdeelnummer
08732-0753-2004 (m) of 08732-0753-1003 (ft) moet worden gebruikt om te
voldoen aan de EMC-vereisten.
Bedrading tussen de transmitter en de sensor
De transmitter kan op de sensor worden gemonteerd of op afstand worden
gemonteerd volgens de bedradingsinstructies.
Vereisten voor en gereedmaken van kabels voor montage op
afstand
Voor installaties met de afzonderlijke spoelaandrijvings- en elektrodenkabels
moet de lengte tot 300 meter (1000 ft) worden beperkt. Beide kabels moeten
precies even lang zijn. Zie
Voor installaties met de gecombineerde spoelaandrijvings- en elektrodenkabel
moet de lengte tot 100 meter (330 ft) worden beperkt. Zie
Maak de uiteinden van de spoelaandrijvings- en elektrodenkabels gereed zoals
afgebeeld in
draad blootliggen bij zowel de spoelaandrijvings- als de signaalkabel.
Blootliggende draad moet met gepast isolatiemateriaal worden omwikkeld. Te
lange draden en kabels zonder afscherming kunnen elektrische ruis veroorzaken,
met onstabiele meetresultaten als gevolg.
18
Fout
Spoelaandrijvingsen
elektrodenkabels
Tabel 5 op pagina
Afbeelding
15. Laat maximaal 25,4 mm (1 inch) onafgeschermde
Goed
Voeding
Voeding
Uitgang
Uitgang
19.
Maart 2014
Spoelaandrijvingsen
elektrodenkabels
Tabel 5 op pagina
19.