Het beeld regelen
De spoorvolging regelen
Hoewel de videorecorder de spoorvolging automatisch regelt tijdens de
weergave (de
vervolgens), kan er toch vervorming optreden wanneer de opname in
slechte omstandigheden gebeurde. In dat geval kunt u de spoorvolging
handmatig regelen.
Druk tijdens de weergave op TRACKING +/–
om de spoorvolgingsmeter te laten verschijnen.
De vervorming moet verdwijnen bij een druk op
één van beide toetsen (de
Werp de cassette uit en breng ze weer in om
terug te keren naar automatische regeling.
Betreffende de Optimum Picture Control (OPC)
functie
De Optimum Picture Control (OPC) functie
verbetert automatisch de opname- en
weergavekwaliteit door de videorecorder af te
stellen op de staat van de videokoppen en de
band. Voor een optimale beeldkwaliteit raden
wij u aan OPC in het OPTIES-1 menu op AAN
te zetten (terwijl de OPC-indicator in het
uitleesvenster brandt). Voor meer details, zie
pagina 55.
OPC-weergave
De OPC-functie werkt automatisch met alle cassettetypes, ook met
huurcassettes en cassettes die niet met OPC werden opgenomen.
OPC-opname
Als u een cassette voor het eerst inbrengt en erop begint op te nemen, past
de videorecorder zich aan de cassette aan met de OPC-functie (OPC
indicator knippert snel). Deze instelling blijft behouden tot de cassette wordt
uitgeworpen.
De OPC functie uitschakelen
Zet OPC in het OPTIES-1 menu op UIT. De OPC indicator in het
uitleesvenster dooft.
52
Bijkomende handelingen
indicator knippert in het uitleesvenster en dooft
indicator licht op).
TRACKING
Spoorvolgingsmeter
OPTIES - 1
OPC
AAN
MONTAGE
UIT
AUDIO MIX
UIT
AUTO LONG PLAY
UIT
BANDLENGTE
E1 8 0
TERUG
KIEZEN
:
INSTELLEN
:
OK
VERLATEN
:
MENU