De printer testen
Deze procedure drukt een volledige lijst met printerinstellingen af op een diagnoseformulier en snijdt het
papier gedeeltelijk af. Instructies aan het eind van de testafdruk beschrijven hoe u het configuratiemenu
opent. In het configuratiemenu kunt u de instellingen van de printer wijzigen.
Deze afdruk is handig voor een onderhoudsmonteur als er een probleem is. Raadpleeg
op pagina 20
Inschakel- en zelftestprocedure
1.
Sluit de printer aan op een juiste voedingsbron en controleer of de printer is uitgeschakeld.
2.
Druk op de doorvoerknop terwijl u tegelijkertijd de printer inschakelt en laat daarna de doorvoerknop
los. De printer drukt informatie over de configuratie-informatie en twee vragen af voor verdere
afdruktests:
Druk kort op de doorvoertoets om tekens af te drukken. De printer drukt een tekenvoorbeeld af. De
●
zelftest is voltooid.
Houd de tekentoets ingedrukt om de printer te configureren. De printer opent de
●
configuratiemodus. Raadpleeg
informatie.
OPMERKING:
een onderbrekingsstatus en het foutlampje knippert.
OPMERKING:
onbedoeld andere instellingen wijzigt die de prestaties van de printer kunnen beïnvloeden.
De hexadecimale dumpingmodus gebruiken
Open de hexadecimale dumpingmodus door deze stappen te volgen:
1.
Open de bonnenklep en schakel de printer in door op de doorvoerknop te drukken. Laat de knop los
nadat het foutlampje knippert en de printer een pieptoon laat horen.
2.
Verzend de opdracht 'GS → (A'.
als er op de testafdruk ontbrekende of vage tekst te zien is.
Nadat de printer is overgeschakeld naar de configuratiemodus, gaat de printer naar
Wees zeer voorzichtig bij het wijzigen van printerinstellingen om te voorkomen dat u
De printer configureren op pagina 14
Problemen oplossen
voor aanvullende
De printer testen
11