Bedieningsknoppen identificeren
Bebruikersbedieningselementen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
2
Hoofdstuk 1 Productvoorzieningen
Bonnenklep
Mes
Plaatrol
Sensor voor papieruiteinde
Sensor voor papiermarkering (niet
weergegeven)
Sensorklep voor papiermarkering
Papiergeleider
Microschakelaar
Mesklep
Middelste klep
Hendel om de klep te openen
Papierbehuizing
Sensor papier bijna op
Doorvoerknop
Foutlampje
Beschrijving
Hiermee detecteert u de status van de papierrol.
Hiermee past u de positie van de papiergeleider in de behuizing aan om
papierbreedtes tussen 58 en 80 mm te gebruiken. Wanneer de papiergeleider is
verwijderd, kan de printer worden aangepast aan een papierbreedte van 82,5
mm.
Hiermee detecteert u de aanwezigheid of afwezigheid van papier wanneer
kettingpapier wordt gebruikt. Wanneer gemarkeerd papier wordt gebruikt,
detecteert de sensor de papiermarkeringen.
Papier doorvoeren: De printer voert het papier door wanneer u op de
●
doorvoerknop feedknop drukt. Om continu papier in te voeren, houdt u de
knop ingedrukt totdat de gewenste papierlengte uit de printer is gevoerd.
Voorbeeld van een afdrukconfiguratie: Houd de doorvoerknop ingedrukt
●
terwijl u de printer inschakelt. De printer drukt een configuratievoorbeeld
af die de afdrukbreedte, de afdruksnelheid en andere specificaties bevat.
Configuratiemodus Enter-knop: Druk op de doorvoerknop terwijl u de
●
printer inschakelt om een configuratievoorbeeld af te drukken. De printer
zal de onderbrekingsstatus activeren waarin het foutlampje knippert na
het snijden van het papier. Als u nu op de doorvoerknop blijft drukken,
gaat de printer naar de knopconfiguratiemodus.
Problemen met het mes oplossen: Druk kort op de knop wanneer een
●
mesfout optreedt. De printer probeert de mesfout automatisch te wissen.
Uit: De printer werkt normaal.