Afb.73
Klaar met bijvullen
AD-0001352-01
7.4.2
Controle van het expansievat
7.4.3
Controleren van de ionisatiestroom
7.4.4
Controle van de tapcapaciteit
7.4.5
Controle van de rookgasafvoer-/luchttoevoeraansluitingen
Afb.74
Controle rookgasafvoer en
luchttoevoer
7.4.6
Controle van de verbranding
7717607 - v.02 - 06072021
4. Stel de (bij)vulinrichting in op OFF als de vereiste waterdruk is bereikt.
1. Controleer het expansievat en vervang deze indien nodig.
Lees de ionisatiestroom uit met signaal GM008.
1. Controleer de ionisatiestroom bij vollast en laaglast.
De waarde is na 1 minuut stabiel.
2. Reinig of vervang de ionisatie- en ontstekingselektrode, wanneer de
waarde lager is dan 3 µA.
Voor meer informatie, zie
Uitlezen van de actuele waarden, pagina 16
1. Controleer de tapcapaciteit.
2. Is de tapcapaciteit merkbaar minder (temperatuur is onvoldoende
en/of het debiet is minder dan 6,2 l/min), reinig dan de
platenwarmtewisselaar (sanitair warm water-zijdig) en de
tapwatercartridge.
1. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en de luchttoevoer op
conditie en dichtheid.
AD-0000280-01
De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het O
percentage in het rookgasafvoerkanaal.
CO-meting: Voer een meting uit bij vollast (CV) en laaglast. Het
gemiddelde van deze twee gemeten waarden moet als volgt worden
bepaald: Berekende waarde = 0,35 maal de waarde bij vollast (A) + 0,65
maal de waarde bij laaglast (B). Voorbeeld: CO = (0,35 x CO
CO
)
B
Belangrijk
De berekende waarde moet op het verbrandingsattest genoteerd
worden (Plaatselijk onderhoudsbesluit).
7 Onderhoud
-
2
) + (0,65 x
A
EMC-S
29