12.3 Diagram voor het opsporen van storingen
Waarschuwing
Voordat u begint met het opsporen van storingen
moet de voedingsspanning zijn uitgeschakeld.
U dient er zeker van te zijn dat de voedingspanning
niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Storing
1. De pomp draait
niet.
2. De pomp draait.
12
Oorzaak
a) Storing in voedingsspanning
-
-
b) De voedingsspanning ligt buiten
het voorgeschreven spanningsbe-
Ja
reik
c) De asafdichting is vastgelopen
Nee
d) De pomp verstopt door verontrei-
nigingen
Nee
e) Droogloop
Ja
f)
De maximale looptijd is over-
schreden
Nee
g) De interne terugslagklep is defect
of geblokkeerd in volledig of
Nee
gedeeltelijk open positie.
a) Lekkage in het leidingwerk of de
terugslagklep is niet goed geslo-
-
ten vanwege verontreinigingen
b) Gering continu verbruik
-
c) De temperatuur is beneden het
vriespunt
-
Oplossing
Schakel de elektriciteitstoevoer in.
Controleer kabels en kabelaansluitin-
gen op defecten en losse verbindin-
gen en controleer op doorgebrande
zekeringen in de elektrische installa-
tie.
Controleer de voedingsspanning en
het typeplaatje van de pomp. Schakel
de voedingsspanning opnieuw in bin-
nen het voorgeschreven spannings-
bereik.
Zie paragraaf
9. Opstarten van het
product na uitschakeling of
stilstand.
Zie paragraaf
9. Opstarten van het
product na uitschakeling of
stilstand.
Neem contact op met Grundfos Ser-
vice als het probleem aanhoudt.
Controleer de voedingsbron en zuig
de pomp aan.
Controleer de installatie op lekkage
en reset het alarm.
Reinig, repareer of vervang de terug-
slagklep. Zie paragraaf
10. Onderhoud uitvoeren aan het pro-
duct.
Controleer en repareer het leiding-
werk of reinig, repareer of vervang de
terugslagklep.
Controleer de kranen en denk aan het
gebruikspatroon (ijsmachines, water-
verdampers voor airconditioning etc.).
Overweeg om de pomp en installatie
te beschermen tegen vorst.