Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Motorbeveiligingen; Elektromotor; Dieselmotor; Conservering - BBA Pumps BA Series Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor BA Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningsvoorschrift BA-serie
11.5 Motorbeveiligingen
Neem voldoende maatregelen om te voorkomen dat de motor gestart kan worden terwiji aan de
pomp/pompunit gewerkt wordt. Dit is vooral van belang bij motoren die op afstand gestart
worden.
Volg de onderstaande procedure:
11.5.1 Elektromotor
• Zet de werkschakelaar bij de pomp/pompunit op "uit".
• Zet de pompschakelaar op de schakelkast "uit".
Beveilig de schakelkast of hang een waarschuwingbord bij de schakelkast.
• Verwijder de zekeringen en neem ze mee naar de montage plaats.
• Verwijder de beschermkap over de koppeling pas nadat de pomp/pompunit vollediq
stilstaat.
11.5.2 Dieselmotor
• Zet de contactsleutel of draaiknop bij de pomp/pompunit op "uit".
Neem de accu kabelpool van de accu af.
Beveilig de schakelkast of hang een waarschuwingbord bij de schakelkast.
• Verwijder de zekeringen en neem ze mee naar de montage plaats.
• Verwijder de beschermkap over de koppeling pas nadat de pomp/pompunit vollediq
stilstaat.
11.6 Conservering
Wanneer de pomp/pompunit gedurende langere periodes niet gebruikt wordt, moet deze eerst
volledig leeg gelaten worden. Behandel de inwendige delen daarna met een minerale olie (alleen
de waterpomp, niet de vacumpomp). De zuigflens vloeistofdicht afsluiten. De pomp vullen met
conserveermiddel en de roterende delen langzaam met de hand draaien (alleen de waterpomp,
niet de vacumpomp). Vervolgens de persflens vloeistofdicht afsluiten.
Wanneer aan wezig, dienen ook de aansluitingen voor spoeling, circulatie of koeling afgesloten te
worden. Alle niet geverfde delen moeten worden voorzien van een laag conserveringsmiddel,
evenals de roterende delen. De keuze van conserveermiddel is afhankelijk van de materialen en
de toepassing. De pompen moeten overdekt, goed geventileerd zijn opgeslagen. Temperaturen
beneden het vriespunt en hoge luchtvochtigheid moeten vermeden worden.
11.7 Uitwendige reiniging
Houd het oppervlak van de pomp zo rein mogelijk. Dit vereenvoudigt onderhoud en controle.
Indien de pomp gereinigd wordt, dient dit met het juiste
reinigingsmateriaal te gebeuren met betrekking tot technische
eigenschappen.
Zorg dat tijdens het reinigen, de middelen die hiervoor gebruikt
worden en de vuildelen milieu vriendelijk opgevangen worden.
Vermijd temperatuurschokken: spuit geen water op een verhitte
pomp. Door de plotse afkoeling kunnen pomponderdelen barsten.
Let erop dat het reinigingsmiddel niet in de kogellagerruimte
dringt.
Vermijd bij afgedichte lagers dat het reinigingsmiddel de rubberen
dichtingen aantast.
Pagina 55 van 63
18-12-2006
Versie 1.0, NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave