Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsvoorschrift BA-serie
5 Leidingsysteem
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de pomp/pompunit aangesloten moet worden op het
leidingsysteem.
•
krachten
•
leidingen
•
zuigleiding
•
persleiding
•
zelfaanzuigende werking
•
afsluiters
•
waterslag
•
zuigkorf
5.1 Krachten
Te grote krachten en momenten op de flenzen door de leidingen, leiden tot mechanische schade
aan de pomp/pompunit. Sluit de leidingen op de volgende wijze passend aan op de
pomp/pompunit:
•
in lijn
•
tegen de flenzen
•
even wijdig met de flenzen
•
zonder spleet
(zie technische specificaties BA-serie).
Houd ook rekening met bijkomende krachten en momenten ten gevolge van thermische uitzetting
bij het verpompen van warme vloeistoffen. Maak zo nodig gebruik van expansiestukken.
Controleer na het aansluiten van de leidingen of de roterende delen nog vrij kunnen bewegen.
5.2 Leidingen
De diameters van de leidingen moeten op zijn minst overeenkomen met de aansluitmaten van de
pomp.
Overgangsstukken moeten zo mogelijk worden uitgevoerd met een overgangshoek van circa 8
graden. De leidingen moeten direct voor de pomp gebeugeld en bevestigd worden. Het gewicht
van de leidingen en appendages mogen de pomp/pompunit niet belasten. Leidingbelastingen die
voortkomen uit temperatuurverschillen of trillingen van de leidingen kunnen met het gebruik van
geschikte expansiestukken worden opgevangen. De aansluiting van meetinstrumenten is voor de
controle van de pomp, tijdens bedrijf noodzakelijk. Voor de inwerkingstelling moeten alle
vloeistofvoerende delen grondig gereinigd worden.
Beveiliging
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever dat in het
tegen andere
geval er hete vloeistoffen worden verpompt, te
gevaren
waarschuwen voor hete oppervlakken indien deze door
werknemers kunnen worden aangeraakt.
Bij het verpompen van viskeuze vloeistoffen kunnen de drukverliezen in de zuig- en persleiding
groot zijn. Bijbehorende componenten in het leidingsysteem (afsluiters, bochten, zuigkorf, filters,
voetklep etc.) zullen de drukverliezen nog doen oplopen.
De diameter en lengte van zuig- en persleidingen evenals die van
de extra componenten moeten dus zo gekozen worden dat de
pomp boven de minimaal toegelaten inlaatdruk (NPSH grafieken op
aanvraag leverbaar), binnen de maximaal toegelaten werkdruk en
binnen het geïnstalleerde motorvermogen kan werken.
Pagina 24 van 63
18-12-2006
Versie 1.0, NL
Advertenties
Inhoudsopgave
