Bedieningsvoorschrift BA-serie
Gevaren in
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever dat de
verband met de
beveiligingsmaatregelen (zoals het beveiligen op
program matuur
temperatuur) en de acties die daaruit volgen (zoals
stopzetten pomp) goed in het veiligheidscircuit zijn
opgenomen.
De pomp mag nooit gedurende langere tijd tegen een gesloten
persafsluiter draaien. Pompen met een motorvermogen hoger dan
11 kW mogen nooit tegen een gesloten afsluiter draaien. Er bestaat
kans op explosiegevaar. Een ontoelaatbare opwarming van de
vloeistof kan tot beschadiging van de pomp leiden. Indien tijdens
het opstarten vibratie optreedt, moet men dit onmiddellijk
verhelpen alvorens opnieuw opgestart mag worden.
8.6 Uitschakelen
Ga bij het uitschakelen van de pomp/pompunit steeds als volgt te werk.
• Schakel de motor uit.
• Sluit de secundaire leidingen (sper- of spoelvloeistof) af.
• Wanneer vermeden moet worden dat de vloeistof stolt, moet deze uit de pomp verwijderd
worden terwiji de vloeistof nog vloeibaar is, tap hierbij ook de vacumpomp af.
•
De afsluiter in de persleiding sluiten. Wanneer er een terugslagklep aanwezig is en er is
voldoende tegendruk in de persleiding dan kan de persafsluiter open blijven.
• Motor uitschakelen en er op letten of de installatie rustig tot stilstand komt.
• Sluit de secundaire leidingen (sper- of spoelvloeistof) af.
•
De afsluiter in de zuigleiding sluiten.
•
Bij temperaturen van de vloeistof onder het vriespunt en/of langere periode van buiten
bedrijf stelling, moet de pomp volledig afgetapt en geconserveerd worden, tap hierbij ook
de vacumpomp af.
8.7 Heropstarten
Het opnieuw inschakelen is alleen bij stilstaande pomp as toegestaan.
Terugstromende vloeistof bij stilstaande pomp mag niet tot een
tegengestelde draairichting van de pomp leiden. Daardoor kunnen o.a.
de draairichtingafhankelijke mechanische as afdichtingen beschadigd
worden.
In bovenstaande gevallen moet een terugslagklep of afsluiter
toegepast worden.
Versie 1.0, NL
Pagina 44 van 63
18-12-2006