Gevaren in
verband met de
programmatuur
Bedieningsvoorschrift BA-serie
8.8 Controle tijdens bedrijf
Let op rustig en trillingsvrij draaien van de pomp/pompunit. Drooglopen van de pomp langer dan
15 minuten moet beslist worden voorkomen. Mechanische as afdichtingen laten bij optimale
omstandigheden slechts geringe of nauwelijks zichtbare (dampvorm) lekkage zien. Draaien tegen
gesloten afsluiter gedurende langere tijd is niet toegestaan.
De maximaal toelaatbare omgevingstemperatuur bedraagt 40°C. De temperatuur van de lagers
kan, gemeten op het motor- of pomphuis, tot 50°C. boven de omgevingstemperatuur liggen. Ze
mag niet boven 85°C. komen. Toepassing voor hogere temperaturen is alleen na overleg met de
leverancier toegestaan.
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever dat de
beveiligingsmaatregelen (zoals het beveiligen op
temperatuur) en de acties die daaruit volgen (zoals
stopzetten pomp) goed in het veiligheidscircuit zijn
opgenomen.
Om bedrijfszekerheid te garanderen moeten géinstalleerde reservepompen eenmaal per week
door kortstondig in- en uitschakelen in bedrijf genomen worden.
Pagina 45 van 63
18-12-2006
Versie 1.0, NL