I
AC2 H
ND
ANDLEIDING
P
ROBLEEM
Het toestel is uitgeschakeld maar
werkt toch.
Het toestel is uitgeschakeld maar
de ventilatoren blijven langzaam
draaien.
Het toestel is aan maar blaast geen
lucht uit.
Het toestel blaast weinig lucht uit.
(Het tocht)
Het toestel verwarmt niet of onvol-
doende.
Bij toestellen met automatische regeling en b-touch bedieningspaneel:
Het display van het bedieningspa-
neel is zwart.
Het display is aan maar reageert
niet op aanraken.
Het display flikkert
Het toestel blaast koude lucht uit
(zonder storingsmelding).
Handleiding versie 6.0 (07-03-2017)
W
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Alleen bij modellen met elektrische ver-
warming: het toestel koelt automa-
tisch af.
Een extra aangesloten regelaar
zorgt voor spanning op de ventila-
toren zodat deze direct opstarten
als de deur opent.
Bij een klein temperatuurverschil
tussen binnen en buiten kunnen de
ventilatoren uitgeschakeld zijn.
De aanzuig- en/of uitblaassectie
wordt geblokkeerd.
Het toestel staat in een te lage
sterkte.
Alleen bij modellen met een filter: Het
filter is vervuild.
Alleen bij modellen met verwarming:
De warmtewisselaar is vervuild.
Het toestel staat in een te lage
stand.
Alleen bij modellen met waterverwar-
ming: De CV-installatie werkt niet
goed.
De bedieningseenheid heeft geen
voedingsspanning.
Als het
-symbool in het display staat:
#
Het display is vergrendeld.
De netspanning is te laag of niet
constant
De uitblaastemperatuur is afhanke-
lijk van de buiten- en binnentempe-
ratuur
S
TORINGEN
W
AT TE DOEN
Dit is geen storing. Het toestel zal
normaal gesproken binnen 10 minu-
ten automatisch afslaan.
Dit is geen storing.
Dit is geen storing.
Bij toestellen met b-touch:
Indien dit als hinderlijk wordt erva-
ren kan de waarde van functie
Temperatuur ventilator uit
uit op
nul gezet worden.
Verwijder obstakels voor de aan-
zuig- en uitblaassectie.
Schakel het toestel in een hogere
sterkte.
Reinig of vervang het filter.
Reinig de warmtewisselaar.
Schakel het toestel in een hogere
stand.
Controleer de CV-installatie.
• Controleer de aansluitingen.
• Controleer de werking.
• Controleer de capaciteit.
Controleer de netvoeding:
• stekker in het stopcontact,
• werkschakelaar,
Raak het scherm gedurende 5
seconden aan om te ontgrendelen.
Verlaag de helderheid van het dis-
play tot een niveau waarop het flik-
keren niet meer optreedt via
menu > Voorkeuren > Helderheid
scherm.
Dit is geen storing.
Als dit als hinderlijk wordt ervaren
kan de waarde van functie
6. Mini-
male luchttemperatuur
verhoogd
worden.
42.
nl
nl-79