Filteronderhoud
21
Lamellenfilter (motorbescher-
mingsfilter) reinigen
Afb.
21
Zet het toestel uit om de la-
mellen-filter te reinigen.
Let op!
De filter kan alleen worden
gereinigd wanneer het ap-
paraat is uitgeschakeld.
Voor het reinigen van het la-
mellenfilter draait u de knop
3 keer 180°.
U kunt de filter ook reini-
gen wanneer de zuigcapaci-
teit verminderd is maar het
lampje niet brandt. Wij ad-
viseren om de lamellen-filter
altijd te reinigen alvorens het
stofreservoir leeg te maken.
Dit moet echter in ieder geval
gebeuren wanneer de „Sen-
sor Control"-indicatie oplicht.
109