DE LEIDINGEN EN KOUDEMIDDELLEIDING LEGGEN
rAS-18fSXnpe
Afsluiter
(hoge-/lagedrukgas)
Afsluiter (vloeistof)
Affakkeling
(ter plaatse)
Vloeistofleiding (Ø15,88)
(niet meegeleverd)
Adapter (niet-meegeleverd).
Gasleiding "hoge/lage druk"
(Ø22,2) (niet-meegeleverd)
(**) Voorbeelden van de opties voor het solderen van de leidingen
Meegeleverde leiding
Uitbreiding
(ter plaatse)
Vloeistofleiding
(niet-meegeleverd)
Zorg ervoor dat de brander niet op de afsluiter, de compressor
en zijn deksel, of op de isolatiemoffen valt. Plaats een metalen
plaat voor de olieterugstroomleiding, zie hoofdstuk
Afsluiter".
Sluit de binnenunits aan op de buitenunits met behulp
van specifiek voor gebruik met koudemiddel bedoelde
koperleidingen. Zorg er tijdens het leggen van de leidingen
voor dat ze niet op muren of andere delen van het gebouw
rusten of ermee in contact komen (dit kan abnormale geluiden
veroorzaken wanneer het koudemiddel door de leidingen loopt).
Specifieke aanhaalmomenten voor knelkoppelingen, zie
hoofdstuk "Details van de afsluiters".
8.4 HoeVeelHeiD koelmiDDel
8.4.1 Testen op luchtdichtheid
Controleer of de spindels van de afsluiters van de leidingen voor
hoge-/lagedrukgas, lagedrukgas en vloeistof volledig gesloten
zijn voordat u ze test op luchtdichtheid.
Het voor deze buitenunit gebruikte koelmiddel is R410A. De
spruitstukmeter en de vulslang mogen alleen met R410A
gebruikt worden.
De afsluiters controleren op dichtheid
Verwijder nadat u de leidingen hebt aangesloten de kappen van
de afsluiters voor het hoge-/lagedrukgas, lagedrukgas (alleen
voor warmteterugwinningssystemen) en de vloeistof. Draai de
afsluiter dicht tot het onderstaande aanhaalmoment.
Waarschuwing bij het bedienen van afsluiters
a. Verwijder de kappen van de afsluiters voordat u de
leidingen test op luchtdichtheid. Draai de afsluiter
rechtsom tot het onderstaande aanhaalmoment.
b. Als de afsluiter in een koude omgeving wordt gebruikt,
warm dan eerst de spindel op met een haardroger (de
351
PMML0479 rev.5 - 05/2019
Afsluiter
(lagedrukgas).
Adapter (niet-meegeleverd).
Gasleiding lage druk
(28,58) (niet-meegeleverd)
Bochtstuk 90° (niet-meegeleverd)
Gasleiding lage druk
(Ø28,58) (niet-meegeleverd)
!
•
Adapter
(niet-meegeleverd).
•
"8.3.6
(*) Als er een langere leiding nodig is, voeg de volgende onderdelen
Adapter (niet-meegeleverd).
(niet-meegeleverd)
g e VA A r
Controleer of de afsluiters van de gas- en vloeistofleiding volledig
gesloten zijn.
Zorg ervoor dat er geen gas in de leiding zit wanneer u de
afsluitleiding verwijdert. De leiding kan namelijk ontploffen
wanneer hij met een brander wordt opgewarmd.
Blaas tijdens laswerken stikstofgas in de leiding.
Isoleer de koudemiddelleidingen grondig.
Voor warmtepompsystemen (2 leidingen)
•
Raadpleeg het punt "Meegeleverde accessoires" voor meer
informatie over de meegeleverde leidingen.
•
Zorg er eerst voor dat de afsluiters van de afsluitleidingen
van het hoge/lage- en lagedrukgas (2 stuks) zijn verwijderd.
Voor warmteterugwinningssystemen (3 leidingen)
•
Raadpleeg het punt "Meegeleverde accessoires" voor meer
informatie over de meegeleverde leidingen .
•
Zorg er eerst voor dat de afsluiters van de afsluitleidingen
van het hoge/lage- en lagedrukgas (1 stuks) zijn verwijderd.
O-ring van de spindel kan bij lage temperaturen hard
worden en dan kan koudemiddel lekken).
c. Gebruik geen overmatige kracht nadat u de
spindelafsluiter volledig hebt geopend. (aanhaalmoment:
< 5,0 N.m) (de klepzitting is niet meegeleverd).
d. Wanneer elke klep is geopend, verwijdert u de labels
"Close" (meegeleverd) en vervangt u ze met de labels
"Open".
e. Draai na het openen van elke spindelafsluiter de kappen
stevig vast tot het onderstaande aanhaalmoment.
toe
Gasleiding