DE UNIT INSTALLEREN
7.3.2 Installatie met muren in drie kanten
installatie van één unit
> 300 + h1/2
> 10
W
> 500 + h2/2
rug-aan-rug-installatie 1
> 500 + h2/2
> 10
> 900
W
> 20
> 20
> 500 + h2/2
?
o p m e r k i n g
•
Alle afmetingen zijn in millimeter.
•
Bovenaanzicht. De pijl ▼ geeft de voorkant van de unit aan.
•
W: Geen hoogtelimiet voor muur aan zijkant.
7.3.3 Installatie met muren in vier kanten
installatie van één unit
> 300 + h1/2
W
> 200
> 200
W
> 800
> 500 + h2/2
rug-aan-rug-installatie 1
> 500 + h2/2
> 200
> 200
> 1600
W
W
> 800
> 800
> 500 + h2/2
> 200
> 200
?
o p m e r k i n g
•
Alle afmetingen zijn in millimeter.
•
Bovenaanzicht. De pijl ▼ geeft de voorkant van de unit aan.
•
W: Geen hoogtelimiet voor muur aan zijkant.
7.3.4 Belangrijke punten
•
De in de afbeeldingen vermelde afmetingen omvatten de
vrije ruimte die nodig is voor een doorsnee installatie en voor
onderhoudswerk in koelmodus bij een buitentemperatuur
van 35°C.
•
Als de buitentemperatuur hoger is en als de kans bestaat op
een interferentie tussen de binnen- en buitenlucht, bepaal
dan de meest geschikte afmetingen door het luchtdebiet te
berekenen in vergelijking met de vermelde afmetingen.
331
PMML0479 rev.5 - 05/2019
installatie in dezelfde richting
> 300 + h1/2
> 10
> 500
W
> 20
> 20
> 500 + h2/2
rug-aan-rug-installatie 2
> 200
> 500
W
>400
>400
> 500 + h2/2
installatie in dezelfde richting
> 300 + h1/2
> 200
> 200
W
> 900
W
> 800
> 800
> 500 + h2/2
> 200
> 200
rug-aan-rug-installatie 2
> 500 + h2/2
> 200
> 200
> 900
W
W
> 800
> 800
> 400
> 400
> 500 + h2/2
•
Bij gegroepeerde installaties kunnen maximaal zes units (A)
in een groep worden geïnstalleerd, op elk een afstand van
één meter.
•
Als de unit aan alle vier kanten omringd is door muren, houd
dan een van de muren gedeeltelijk open.
•
Houd de bovenkant open om interferentie tussen de inlaat-
en uitlaatlucht van elke buitenunit te voorkomen.
7.3.5 Funderingen
De funderingen voor de buitenunit moet meer dan 150 mm
boven het niveau van de grond liggen.
De funderingen moeten voorzien zijn van laterale afvoerkanalen
om het condensatiewater af te voeren.
Wanneer een systeem van afvoerleidingen nodig is voor de
buitenunit, dient u het accessoire DBS-TP10A te gebruiken.
Installeer in koude klimaten geen afvoerleidingen of
opvangbakken, want deze kunnen bevriezen en breken.
Installeren van ankerbout (voorbeeld)
Min. 80
Ankerbout (M12) (niet-meegeleverd)
Moer (niet-meegeleverd)
5
70
Dichtingsring (niet-meegeleverd)
18
Trillingsbestendige rubbermat
(niet-meegeleverd)
De hoek van de verankeringsvoet van de buiten-
unit moet zich op de trilbestendige mat bevinden
Mortel
Gat voor mortel 100 x diepte 150)
Fundering
Afvoer
Min. 100
Afvoergat (voorbeeld)
(Breedte 100 x diepte 20)
18
70
!
g e VA A r
Het afgevoerde condensatiewater mag niet naar door voetgangers
bewandelde plekken worden afgeleid. In lage temperaturen kan het
afvoerwater bevriezen en slipgevaar veroorzaken.
(Eenheid: mm)
(729)
(729)
18
(625)
70
765