Functies van het apparaat
Voor- en achterkant van apparaat
2
3
1
1
2
3
4
5
6
7
Betekenis van de symbolen
Symbool Beschrijving
Type BF apparaat
Klasse II (netadapter)
202
Knop [START/STOP]
(Apparaat AAN/UIT)
Knop [MODE]
Knop [
] [
]
Alarmlichtje
Connector voor
niet-invasieve
bloeddrukmeting
DC-aansluiting
Klepje van batterijvak
4
5
7
AAN/Meting bloeddruk
Druk hierop als het apparaat is uitgeschakeld om het in te
schakelen en te starten met het meten van de bloeddruk.
Druk hierop tijdens het oppompen of meten om te stoppen.
UIT
Houd deze knop ten minste 3 seconden lang ingedrukt om
de stroom uit te schakelen.
Druk hierop om de "Menumodus" te activeren en
verschillende instellingen te configureren.
Als deze knop ten minste 3 seconden lang ingedrukt wordt
gehouden terwijl een meetresultaat wordt weergegeven,
worden de meetgegevens gewist zonder in het geheugen te
worden opgeslagen.
Hiermee worden de systeeminstellingen (pagina 206) en de
laatste meetwaarden (pagina 213) weergegeven. Bij gebruik
van de "auscultatiemodus" wordt de manchet opgepompt
en loopt de manchet weer leeg.
Licht op of knippert als zich een alarm voordoet
(pagina 218).
Wordt verbonden met de manchetslang.
Hiermee wordt de netadapter aangesloten.
Open dit om de batterij te plaatsen of verwijderen.
Symbool Beschrijving
Raadpleeg de instructiehandleiding
6