●
Neem de voorschriften voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC) in acht
●
Leg
niet-afgeschermde
en afgeschermde leidingen (buskabels) op vol-
doende afstand (> 100 mm).
●
Maximale kabellengte: 30 m.
De buskabel moet een afgeschermde kabel van
minimaal 4 x 0,5 mm² zijn
Kabels en leidingen naar binnen trekken en
verbindingen tot stand brengen
De elektrische verbinding vindt plaats via de schakel-
kast van de compacte module.
AANWIJZING
Kabels moeten over voldoende extra lengte
beschikken.
1.
Alle kabels naar externe verbruikers moeten wor-
den gestript, voor ze in de kabelgoot van de scha-
kelkast worden gelegd.
2.
Kabels door het kabelkanaal in de schakelkast leiden.
Kabelkanaal op de achterkant van het apparaat
3.
Elektrische schakelkast openen.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83059000lNL | ait-deutschland GmbH
elektriciteitsleidingen
4.
Afdekplaat verwijderen.
De afdekplaat (②) kan als steun zo in de onder-
kant gestoken worden, dat de open schakelkast
(①) in de 45°-hoek makkelijker kan worden aan-
gesloten.
5.
Breng de regel-/sensorleidingen en voedingslei-
ding van het apparaat achteraan in de kast.
6.
Sluit de leidingen op de betreffende klemmen aan
"Aansluitschema", pagina 44
AANWIJZING
Bij apparaten met een geïntegreerd elek-
trisch verwarmingselement is het verwar-
mingselement standaard op 9 kW (6 kW)
aangesloten. Het kan op het relais Q op 6 kW
(4 kW) = 2 fasewerking werken, hiervoor
Q5/6 losmaken. Of op 3 kW (2 kW) = 1 fa-
sewerking, hiervoor Q5/6 en Q5/4 losmaken.
De waarden tussen haakjes zijn voor het 6
kW-verwarmingselement. Losse kabels van
lasdoppen voorzien. Alleen bovengenoemde
fases mogen losgekoppeld worden (veilig-
heids-temperatuurbegrenzer).
17