De koperen leidingen kunnen ingekort worden, maar niet
korter dan 250 mm vanaf het midden van de buiging!
min. 250
min. 250
min. 250
1.
Monteer afsluiters aan het verwarmingscircuit.
2.
Op het hoogste punt van het verwarmingscircuit
een ontluchter aanbrengen.
3.
Zorg ervoor dat de maximale bedrijfsoverdruk
( "Technische gegevens / leveringsomvang", pa-
gina 24) niet overschreden wordt.
6.3 Condens-aansluiting
De afvoer van de veiligheidsklep van het cv-water en
het condenswater dat uit de lucht ontstaat, moeten
worden afgevoerd in overeenstemming met de gelden-
de normen en voorschriften. Het is uitsluitend toege-
staan om het condenswater en de waterafvoer uit de
veiligheidsklep via een trechtersifon in de riolering te
lozen; deze sifon moet steeds toegankelijk zijn.
1.
HT-bocht op de condensuitgang steken.
2.
Leidingwerk tot in de trechter-sifon voeren.
Montagehandleiding warmtepomp
16
7
Montage elektrisch systeem
7.1
De warmtepompmodule elektrisch
met de compacte module
verbinden
1.
Beide steekaansluitingen van de last- en buska-
bel van de compacte module naar de slots op de
warmtepompmodule leiden.
V
2.
Aansluitingen in elkaar steken.
W
X
3.
Afdekking voor stekkerverbindingen monteren.
7.2 Elektrische aansluitingen
tot stand brengen
LET OP
Vernieling van de compressor door een verkeerd
draaiveld!
► Verzeker u ervan dat voor de voedingsstroom een
rechts draaiveld beschikbaar is.
Fundamentele informatie over de elektrische
aansluiting
●
Voor elektrische aansluitingen gelden eventueel
voorschriften van het lokale energiebedrijf.
●
De stroomvoorziening van de warmtepomp moet
uitgerust zijn met een vermogensschakelaar vol-
gens IEC 60947-2 die op alle polen is aangeslo-
ten en een afstand van ten minste 3 mm tussen
de contacten heeft
●
Let op de waarde van de uitschakelstroom
( "Technische gegevens / leveringsomvang",
pagina 24)
Technische wijzigingen voorbehouden | 83059000lNL | ait-deutschland GmbH