AANWIJZING
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd gebruikt en doorgegeven worden. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
☞ Ongecontroleerde overdruk (bijv. bij verbinding met een afgesloten of geblok-
keerd leidingsysteem) voorkomen. Gevaar voor barsten!
☞ De kabel uit de buurt van verwarmde oppervlakken houden.
☞ Netkabel uit de buurt van hete oppervlakken houden.
•
Kies een vlakke, horizontale ondergrond voor de pomp. De pomp moet, zonder
verder mechanisch contact, m.u.v. de poten, stevig en veilig staan. Het te evacu-
eren systeem evenals alle slangverbindingen moeten mechanisch stabiel zijn.
•
De maximaal toegestane druk van de inlaat en uitlaat, evenals de maximaal
toegestane verschildruk tussen de in- en uitlaat in acht nemen, zie het hoofdstuk
"Technische gegevens". De pomp niet met overdruk op de inlaat gebruiken.
•
Indien gas of inert gas op de pomp, de gasballast of een ventilatieventiel wordt
aangesloten, moet de druk extern tot een overdruk van maximaal 0,2 bar worden
begrensd.
Let op: Elastische elementen kunnen bij het evacueren samentrekken.
•
•
Leidingen op de in- en uitlaat van de pomp gasdicht aansluiten.
•
Gevaar voor brandwonden aan hete oppervlakken.
Bij een storing kan de temperatuur aan het oppervlak van de pomp oplopen tot
boven de 105°C. Bescherm uzelf tegen onbedoeld contact met een geschikte
beschermende afdekking.
Zorg ervoor dat de pomp is afgekoeld voordat u verdere werkzaamheden uit-
voert. Draag indien nodig geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.
•
Opgaven met betrekking tot de netspanning en stroomsoort (zie het typeplaatje)
controleren.
• De keuzeschakelaar voor de spanning (pomp met omschakelbare motor met
groot bereik) alleen omschakelen als de stekker uit het stopcontact is getrokken!
Instelling van de spanningskeuzeschakelaar controleren. Let op: De motor kan
beschadigd raken als de pomp bij een onjuist ingestelde spanningskeuzeschake-
laar wordt ingeschakeld!
•
Bij de montage of demontage van de vacuümleidingen voorkomen dat vloeistof-
fen uit de vacuümleiding op of in de motor van de pomp terechtkomen. Gevaar
voor corrosie- en/of kortsluiting!
Altijd zorgen voor een vrije koelmiddelafvoer op de emissiecondensator. Een
•
als optie verkrijgbaar koelwaterventiel altijd alleen maar in de aanvoer van de
emissiecondensator installeren.
Zorg altijd voor de aanvoer van voldoende frisse lucht naar de ventilator. Een mi-
nimale tussenruimte van 5 cm tussen ventilator en aangrenzende onderdelen (bijv.
behuizing, wanden, ...) aanhouden, anders voor externe gedwongen ventilatie zor-
gen. De ventilator regelmatig op verontreinigingen controleren. Maak verontreinigde
ventilatorroosters schoon, zodat wordt voorkomen dat de luchttoevoer vermindert.
De netstekker dient als ontkoppelingsvoorziening van de elektrische voedingsspan-
ning. Het apparaat moet zo worden opgesteld, dat de stekker altijd gemakkelijk be-
reikbaar en toegankelijk is, zodat het apparaat kan worden losgekoppeld van de
stroom.
De doorsnede van de aanzuig- en afvoerleiding moet ten minste zo groot worden
gekozen als de pompaansluitingen.
Pagina 9 van 68
Originele handleiding NL