6 Instellingen
xxxxxxxxxxxxxx
Afb.3
Stooklijn
°C
100
90
80
70
60
50
40
30
20
AT Buitentemperatuur
26
14. Stel de instelwaarde vortbeveiliging in
15. Druk op OK.
16. Sluit het programmeerniveau door de bedrijfsmodus-toets voor de
verwarmingsmodus in te drukken.
6.2.7 Instellen van de verwarmingsspecificaties van de cv-installa
tie.
De temperatuur van het water in het circuit automatisch geregeld aan de
hand van de buitentemperatuur met behulp van een stooklijn. De stooklijn
wordt standaard ingesteld door uw installateur tijdens de inbedrijfstelling
(fabrieksinstelling: 1,5).
Het volgende is van toepassing: Hoe lager de buitentemperatuur, des te
hoger de aanvoertemperatuur:
4
10
0
Toelichting
De aanvoertemperatuur die nodig is om een bepaalde kamertempe
ratuur te bereiken, is ook afhankelijk van het verwarmingssysteem
en de thermische isolatie van het gebouw.
Mocht u vinden dat de geproduceerde warmte niet voldoet aan uw
eisen, dan kunt u de verwarmingscurve bijstellen. De exacte instel
ling van de verwarmingsspecificaties van uw systeem kan worden
bereikt door de verwarmingscurve geleidelijk te verhogen of te ver
lagen.
Voorbeeld: De helling van de verwarmingscurve is ingesteld op "1,5" . De
buitentemperatuur is 0 °C:
Het apparaat verwarmt op een temperatuur van ongeveer 50°C om de ka
mertemperatuur van 20 °C te bereiken.
Dit is nog steeds te koud voor u Stel de stooklijn in op "2" . Het apparaat
verwarmt op een aanvoertemperatuur van ongeveer 60°C om de kamer
temperatuur van 20 °C te bereiken.
3,5
3
2,74
2,5
-10
-20
AT
VT Aanvoertemperatuur
2,24
2
1,74
1,5
1,24
1
0,76
0,5
0,24
-30
°C
RA-sRE036B
7636648 - 01 - 01092015