5 Werking
5.6
Instellen van verlaagde kamertemperatuur
5.7
Noodgeval-modus (manuele besturing)
5.8
Fabrieksinstellingen terugzetten
18
1. Stel de comfortabele instelwaarde in via de regelknop.
=> De waarde wordt automatisch overgenomen.
Hoe de gereduceerde kamerinstelwaarde wordt ingesteld, wordt hier be
schreven.
1. Druk op OK.
2. Kies het Verwarmingsgroep menu-item.
3. Druk op OK.
4. Kies de Gewenste wrde gereduceerd parameter.
5. Druk op OK.
6. Stel de gereduceerde instelwaarde in via de regelknop.
7. Druk op OK.
8. Sluit het programmeerniveau door de bedrijfsmodus-toets voor de
verwarmingsmodus in te drukken.
Als de manuele besturing ingeschakeld is, wordt de ketel geregeld op de in
stelwaarde manuele besturing. Alle pompen worden in werking gesteld.
Aanvullende opvragen bv. voor het verwarmen van tapwater worden gene
geerd.
5.7.1 Noodwerking inschakelen
1. Druk op OK.
2. Vraag het menu-item Onderhoud op.
3. Druk op OK.
4. Vraag de parameter Handbedrijf (prog. nr. 7140) op.
5. Druk op OK.
6. Selecteer de parameter Aan.
7. Druk op OK.
8. Sluit het programmeerniveau door de bedrijfsmodus-toets voor de
verwarmingsmodus in te drukken.
5.7.2 De instelwaarde voor de noodwerking instellen
In de bedrijfsmodus "Handmatige werking" kunt u hiervoor een nominale
temperatuurwaarde voor aangeven:
1. Druk op de informatietoets.
2. Druk op OK.
3. Stel de nominale waarde in met behulp van de draaiknop.
4. Bevestig de instelling met OK.
De fabrieksinstellingen worden als volgt teruggezet:
1. Druk op de toets OK
2. Selecteer het instelniveau Installateur
3. Selecteer de parameter Basisinstelling activeren (prog. nr. 31)!
4. Zet de instelling op "Ja" en wacht tot de instelling terugkeert naar
"Nee"
5. Druk op de toets ESC
De fabrieksinstellingen zijn nu teruggezet.
7636648 - 01 - 01092015