2) KEUZE VAN DE AANSLAGGEVOELIGHEID
Met behulp van deze functie kunt u de aanslaggevoeligheid, d.w.z. de samenhang tussen de aanslagsterkte en de
geluidssterkte van de geproduceerde toon, in tegenstelling tot een gewone piano, variëren.Vier
voorgeprogrammeerde instellingen staan ter beschikking: Light, Normal, Heavy en Constant.
Stap1
Houd de METRONOME en SOUND SELECT knoppen tegelijkertijd ingedrukt en druk dan die toets op
het klavier waar de TOUCH functie is opgeslagen.
Stap 2
Terwijl u nog steeds de METRONOME en SOUND SELECT
knoppen ingedrukt houdt, drukt u op een van de volgende toetsen:
To e t s 1: LIGHT (licht)
Deze instelling is bijzonder geschikt voor personen die nog niet
genoeg vingerkracht hebben, zoals kinderen. Reeds een lichte
aanslag produceert een hogere geluidssterkte.
Toets 2: NORMAL (normaal)
Deze basis-instelling produceert de geluidssterkte afhankelijk van de kracht waarmee u aanslaat. Deze
instelling is identiek met het gedrag van een akoestische piano. De CN21 kiest na het inschakelen deze
instelling automatisch.
Toets 3: HEAVY (zwaar)
De perfecte instelling voor mensen met sterke vingers.
Toets 4: CONSTANT (constant)
Voor klankkleuren zoals orgel of cembalo (harpsichord) is deze instelling geschikt. Ze produceert onafhankelijk
van de aanslagsterkte een constant hoge geluidssterkte.
Wanneer u de CN21 inschakelt, staat de instelling voor de aanslaggevoeligheid altijd automatisch op NORMAL.
3) TRANSPOSE
Met behulp van de transponeerfunctie kunt u de toonhoogte van het instrument in halve toonafstanden
verhogen of verlagen. Deze inrichting is bijzonder praktisch wanneer u een bepaald stuk in een andere
toonsoort wilt spelen, bv. om het aan de stem van een zanger(es) aan te passen. Daarvoor hoeft u alleen
de toonhoogte te transponeren zonder op andere toetsen te moeten spelen.
Stap1
Houd de METRONOME en SOUND SELECT knoppen ingedrukt en druk
dan gelijktijdig op de toets op het klavier waar de TRANSPOSE functie is
opgeslagen.
Stap 2
Terwijl u nog steeds de METRONOME en SOUND SELECT knoppen inge-
drukt houdt, drukt u op een van de toetsen op het klavier waar de
gewenste transpositie is opgeslagen.
Het transponeerbereik van de CN21 bedraagt 5 halve tonen omhoog (F) en 6 halve tonen omlaag (F#). Na
het inschakelen staat de transpositie automatisch op de waarde 0 (C). De transponeerfunctie kan m.b.v. de
knoppen
off
'- (
)'
bewaard, resp. wordt deze weer opgeroepen, echter slechts tot de CN21 weer ingeschakeld wordt.
of
on
in- en uitgeschakeld worden. In dit geval blijft een eerder gemaakte transpositie
'+ (
)'
Cijfertoetsen
-
+
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
off on
Toets 1 LIGHT
Toets2 : NORMAL
Toets3 : HEAVY
Toets4 :CONSTANT
Cijfertoetsen
+1 +3
C# D#
F# G# A#
-
+
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
off on
Uit Aan 0 +2 +4 +5 -5 -3
-1
C D E F G A
Pagina
25
5