Pagina
24
5. FUNCTIEMODUS
In de functiemodus kunt u verschillende andere functies van de CN21 uitkiezen en instellen.
1) BASISBEDIENING
Stap1
Houd de METRONOME en SOUND SELECT knoppen ingedrukt en kies de gewenste functie door het
aanslaan van een van der onderste 15 toetsen van het klavier.
De LED-lampjes van de METRONOME en SOUND SELECT knoppen gaan aan.
Wanneer een van de LED-lampjes van de CONCERT MAGIC of LESSON knoppen knipperen, kan de functiemodus niet worden
gekozen.
Stap 2
Terwijl u nog de METRONOME en SOUND SELECT knoppen ingedrukt houdt, moet u een van de '- (off)' of '+
(on)' knoppen indrukken om de uitgekozen functie te veranderen.
5
SELECT knoppen ingedrukt houdt,
kunt u andere functies kiezen en
iedere waarde na elkaar veranderen.
Stap 3
Om de functiemodus te verlaten moet u de METRONOME en SOUND
SELECT knoppen loslaten.
Houd de knoppen
ingedrukt
Terwijl u de METRONOME en SOUND
Wanneer de CN21 wordt uitgeschakeld, worden alle functies in de basistoestand
teruggezet. De basis-instelling kunt u in onderstaande tabel vinden.
TOUCH (AANSLAGGEVOELIGHEID)
TRANSPOSE (TRANSPONEREN)
TUNING (STEMMING)
REVERB (GALM)
CONCERT MAGIC MODUS
MIDI CHANNEL SELECT (MIDI KANAAL KEUZE)
MIDI LOCAL CONTROL ON/OFF (LOKALE BESTURING AAN/UIT)
MULTI TIMBRAL MODE ON/OFF (MULTI-TIMBRAL MODUS AAN/UIT)
TRANSMIT MIDI PROGRAM CHANGE
(ZENDEN VAN MIDI PROGRAMMAWISSELINGGEGEVENS)
-
+
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
off on
Cijfertoetsen
Voor een beter overzicht kunt u
de functiesticker gebruiken die bij
de levering van de CN21 is
inbegrepen. (pagina 8)
Functie
1
2
3
4
5
6
7
8
MIDI instellingen
Basis-instelling
NormAal
0
A4=440.0Hz
On (Aan)
Mode 1
1ch (Kanal 1)
On(Aan)
Off(Aus)
On (An)
9