MAAI- EN VERZAMELPROBLEMEN
Mogelijke oorzaak
Motortoerental te laag om goed te
kunnen maaien (HYEA-type,
HZEA-type, VYEA-type)
Maaier gaat te snel voor de conditie
van het gazon
Maaihoogtehendels staan niet in
dezelfde positie
Grasvangzak te vol of verstopt
Maaidek verstopt
Mes(stel) bot, versleten of
beschadigd
Verkeerd mes(stel) gemonteerd
BERGING
Juiste berging zorgt er voor dat uw maaier in goede
conditie blijft. Onderstaande stappen helpen u de
maaier te beschermen tegen roestvorming en bij de
verzorging, zodat hij het volgende seizoen weer gemakkelijk start.
Schoonmaken
Spuit de gazonmaaier schoon, inclusief de onderkant van het maaidek.
Motor
Was de motor met de hand met behulp van een doek en een borstel.
OPMERKING
Als u de motor schoonspuit met een tuinslang of een hogedrukspuit kan er
water in het luchtfilter binnendringen. Water wordt door de filteronderdelen
geabsorbeerd en kan vervolgens in de carburateur of de cilinder terecht
komen, met motorschade als gevolg.
Als er water in contact komt met een hete motor kan er schade optreden. Als
de motor heeft gedraaid, laat u hem ten minste een half uur afkoelen voordat
u hem schoonmaakt.
Maaidek
Om een langere levensduur en goede werking van de maaier te
waarborgen, dient de onderkant van het maaidek schoon en vrij van
maaisel te worden gehouden. Verwijder eventueel grasmaaisel met
behulp van een schraper en borstel. en reinig de maaier na gebruik
grondig voordat u hem opbergt.
Zorg ervoor dat u de gashendel op STOP hebt gezet en de brandstofkraan
DICHT gedraaid is, voordat u de onderkant van het maaidek schoonmaakt.
Kantel de maaier om naar rechts zodat de brandstofdop naar boven is
gericht. Dit voorkomt brandstoflekkage en startproblemen door een
verzopen carburateur. Draag werkhandschoenen om uw handen te
beschermen tegen het mes(stel).
Grasvangzak
Demonteer de zak van de maaier en reinig deze met een tuinslang of een
hogedrukspuit. Laat de zak goed drogen voordat u hem opbergt.
Als de gazonmaaier schoon en droog is, kunt u eventueel kale plekken
bijwerken en andere delen die kunnen roesten spaarzaam inoliën.
Oplossing
Zet de gashendel in de stand FAST
(page 11).
HYEA-type, HZEA-type, VYEA-type
Schakel naar lagere versnelling (page 11).
VKEA-type
Beweeg de Select Drive-hendel naar een
langzame snelheid (page 11) of duw
langzamer.
Stel alle hendels in op dezelfde
maaihoogte (page 7).
Leeg de grasvangzak. Reinig de
grasvangzak als deze is verstopt met vuil
(page 17).
Reinig het maaidek (page 12).
Slijp of vervang maaimes(sen) indien
nodig (page 16).
Monteer het juiste mes(stel) (page 16).
VEILIGHEID
Brandstof
OPMERKING
Afhankelijk van de streek waar u uw apparaat gebruikt, kan de kwaliteit van
de brandstofsamenstelling slechter zijn en kan deze sneller oxideren. Een
kwaliteitsafname en oxidatie van de brandstof kan al na 30 dagen
voorkomen, en kan schade toebrengen aan de carburator en/of het
brandstofsysteem. Gelieve uw onderhoudsdealer te raadplegen voor lokale
aanbevelingen in verband met de bewaring.
Benzine is tijdens opslag onderhevig aan oxidatie en veroudering.
Verouderde benzine veroorzaakt moeilijk starten en zorgt voor een
gomafzetting in het brandstofsysteem die tot verstopping kan leiden. Als
de benzine in uw maaier tijdens de berging veroudert, moeten de
carburateur en andere onderdelen van de brandstoftoevoer mogelijk
gerepareerd of vervangen worden.
Hoe lang u benzine in de tank en de carburateur kunt laten zitten zonder
dat dit motorstoring veroorzaakt, is afhankelijk van verschillende factoren,
zoals het type mengsel, de temperatuur in de berging en hoe vol de tank
is. Door de lucht in een niet-volle tank veroudert de benzine eerder. Bij een
hoge temperatuur in de berging zal de benzine sneller verouderen.
Benzine kan al binnen enkele maanden verouderen, of nog eerder als u de
tank met benzine had gevuld die niet vers was.
Kortstondige opslag (30-90 dagen)
Als uw gazonmaaier gedurende 30 tot 90 dagen niet wordt gebruikt, dan raden
we het volgende aan om brandstofgerelateerde problemen te vermijden:
1. Voeg benzinestabilisator toe volgens de instructies van de fabrikant.
B3
D2
Bij het toevoegen van een benzinestabilisator, vul de brandstoftank
met verse benzine. Indien de tank slechts gedeeltelijk is gevuld, zal
D3
D4
lucht in de tank de brandstofkwaliteit tijdens de opslag doen afnemen.
Als u een jerrycan bewaart om te tanken, zorg er dan voor dat deze
alleen verse benzine bevat.
Als de brandstof langer dan 3 maanden wordt opgeslagen, raden we
aan bij het vullen van de tank een stabiliseringsmiddel aan de
brandstof toe te voegen.
2. Na het toevoegen van een benzinestabilisator laat u de motor
gedurende 10 minuten buiten draaien om te verzekeren dat de
onbehandelde benzine in het brandstofsysteem is vervangen door de
behandelde benzine.
3. Zet de motor af en zet de brandstofkraan in de stand OFF.
4. Laat de motor draaien totdat deze stopt door gebrek aan brandstof in
het brandstofreservoir van de carburateur. Laat de motor minder dan 3
minuten draaien.
Opmerking:
– Alle stabiliseringsmiddelen hebben een beperkte houdbaarheid en
hun prestatie zal na verloop van tijd vervallen.
– Brandstofstabiliseringsmiddelen maken verouderde brandstof niet
opnieuw bruikbaar.
Langdurige opslag (langer dan 90 dagen)
Start de motor en laat hem lang genoeg draaien totdat er geen benzine meer
in het brandstofsysteem is (inclusief de brandstoftank). Laat geen benzine in
de motor als u de machine langer dan 90 dagen niet gaat gebruiken.
Schade aan de brandstoftoevoer of problemen met de motor doordat u
de berging niet zorgvuldig hebt voorbereid, vallen niet onder de Garantie.
Olie
Ververs de olie (page 14).
Cilinder
Als de maaier langer dan 3
maanden niet wordt gebruikt,
maakt u de bougie los (page 14).
Giet 5 ~ 10 cm³ schone olie in de
cilinder [1]. Trek een paar keer aan
het starterkoord om de olie in de
cilinder te verspreiden. Monteer
de bougie opnieuw.
Trek langzaam aan het
starterkoord totdat u weerstand
voelt en breng de handgreep dan
met de hand terug. Hierdoor
worden de kleppen gesloten zodat er geen vocht in de cilinder kan
komen.
[1]
19 NL