Inbedrijfstelling
Technische parameters
1.2.3 AUX output 4
0
Geen.
1
Alarm fout: het contact wordt ge-
sloten bij een fout in het systeem.
2
Hygrostaat alarm: het contact is ge-
sloten wanneer de ingang AUX1 in-
gesteld is als vochtigheidsregelaar
en het contact gesloten is.
3
Externe SWW- en warmtevraag: het
contact is gesloten om een warm-
tevraag te genereren naar een ex-
terne bron voor verwarming en
SWW.
4
Koelingsvraag: het contact is geslo-
ten om een koelingsvraag te gene-
reren naar een externe bron.
5
Externe SWW-vraag: het contact is
gesloten om een warmtevraag te
genereren naar een externe bron
voor SWW.
6
Modus Verwarming/koeling: het
contact is gesloten wanneer de
werkingsmodus koeling is. Het
contact is geopend wanneer de
werkingsmodus verwarming of
standby is.
7
Externe warmtevraag: het contact
is gesloten om een warmtevraag
te genereren naar een externe bron
voor verwarming.
72 / NL
1.2.5 AUX P2 circulatiepomp instel-
ling
0
Externe pomp: de circulatiepomp
volgt
inschakeling/uitschakeling
van de primaire circulatiepomp P1
in parallel.
1
Koeling circulatiepomp: wordt ge-
activeerd als de koelmodus gese-
lecteerd wordt en de warmtevraag
actief is.
2
Bufferpomp: de bufferpomp wordt
geactiveerd als er een warmtevraag
is en de bufferfunctie actief is.
3
Tapwaterpomp: de circulatiepomp
wordt geactiveerd op basis van de
extra tijdsprogrammering en wan-
neer er een thermische desinfectie-
cyclus bezig is.
1.2.6 Pro-Tech anode actief
Geeft de aanwezigheid van de anode
met stroomopdruksysteem aan op de
boiler voor SWW.
1.3 Activeren 2e bron voor verwarmen
1.3.0 CV Externe warmtebron inzet
logica
0
CV + backup warmtepomp: in de
verwarmingscycli kunnen de hulp-
bronnen (hulpcontacten in uitgang
of ketel) ingeschakeld worden, zo-
wel in de integratiemodus samen
met de warmtepomp als wanneer
de warmtepomp niet beschikbaar
is.
1
Back-up voor warmtepomp: in de
verwarmingscycli kunnen de hulp-
bronnen (hulpcontacten in uitgang
of ketel) alleen ingeschakeld wor-
den als de warmtepomp niet be-
schikbaar is.
1.3.2 ECO / COMFORT
Definieert de inschakelvertraging van
de integratieweerstanden van meer
economisch/ecologisch (langere ver-
tragingstijd) naar meer comfortabel
(kortere vertragingstijd).
Druk op de keuzeknop
keuzeknop
om het gewenste
menuonderdeel te selecteren.
1.4 Activeren 2e bron voor warmwater
1.4.0 WW externe warmtebron lo-
gica
0
CV + backup warmtepomp: in de
tapwatercycli kunnen de hulpbron-
nen (hulpcontacten in uitgang of
ketel) ingeschakeld worden, zowel
in de integratiemodus samen met
de warmtepomp als wanneer de
warmtepomp niet beschikbaar is.
1
Back-up voor warmtepomp: in de
tapwatercycli kunnen de hulpbron-
nen (hulpcontacten in uitgang of
ketel) alleen ingeschakeld worden
als de warmtepomp niet beschik-
baar is.
Als er geen reserve-ener-
a
giebronnen zijn of als de re-
serve-energiebronnen uit-
geschakeld zijn (par. 1.4.1)
wordt de antilegionella-cy-
clus mogelijk niet voltooid.
1.4.2 Vertragingstimer
Benodigde tijd voor het beginnen van
de berekening van integratie tapwater
met de hulpbronnen of verwarmings-
elementen.
1.4.3 Drempelwaarde inschak. Ext.
Bron
Activeringsdrempel van de integratie
tapwater, uitgedrukt in °C* min.
. Draai de