Installatie
Installatie van de interne eenheid
Minimumafstanden voor de installatie
50
32 / NL
50
500
INSTALLATIEPLAATS
De interne eenheid is ontworpen voor
wandmontage.
Controleer of alle onderdelen van de
module intact zijn na het transport en
de verplaatsing en of ze niet bescha-
digd zijn door stoten.
Installeer het product niet in geval van
duidelijke beschadigingen aan het pro-
duct.
De interne eenheid moet geplaatst wor-
den in de buurt van een ruimte met een
woonfunctie, teneinde de best mogelij-
ke prestaties te kunnen garanderen.
Gebruik voor het plaatsen van het sys-
teem het meegeleverde sjabloon en
een waterpas.
Afb. 37
Om de werking van het product niet
in gevaar te brengen, moet de instal-
latieplaats geschikt zijn voor de tem-
peratuurlimiet voor bedrijf (min +5 °C)
en beschermd zijn tegen direct contact
met weersinvloeden.
VERPLAATSING
Na het verwijderen van de verpakking
moet de verplaatsing van de externe
eenheid worden uitgevoerd met he-
fapparatuur die geschikt is voor het ge-
wicht.
Het verplaatsen van het ap-
a
paraat is een handeling die
persoonlijk letsel of scha-
de aan het apparaat of het
omringende
veroorzaken. Stel het risi-
cogebied vast en controleer
tijdens het ophijsen of er
geen personen en voorwer-
pen in dit gebied zijn.
Houd u aan het maximale
a
gewicht dat één persoon
kan dragen.
gebied
kan