Elektrische aansluitingen
De elektrische aansluitin-
a
gen mogen pas uitgevoerd
worden nadat alle hydrauli-
sche aansluitingen zijn vol-
tooid.
Na het uitschakelen van de
a
externe eenheid moet u ten
minste 5 minuten wachten
voordat u deze weer inscha-
kelt.
De interne eenheid en de externe een-
heid moeten apart gevoed worden vol-
gens de aanwijzingen in de tabellen.
Tussen de interne eenheid en de exter-
ne eenheid moet ook een ATG BUS-ver-
binding worden gemaakt.
Deze verbinding kan worden gemaakt
met gebruik van een kabel met een
kleine doorsnede (geadviseerde door-
snede 0,75 mm
).
2
Elektrisch circuit
– De elektrische installatie moet vol-
doen aan alle vereisten van de gel-
dende wetgeving.
– Controleer of de spanning en fre-
quentie van de stroomvoorziening
uit het elektriciteitsnet overeenstem-
men met de gegevens die vermeld
zijn op het typeplaatje van de instal-
latie (zie de tabel).
– Om een betere veiligheid te garan-
deren, kunt u de elektrische installa-
tie door een gekwalificeerd monteur
zorgvuldig laten controleren.
– Geadviseerd wordt om te controle-
ren of er overspanningsbeveiligin-
gen (SPD's) aanwezig zijn, in over-
eenstemming met de geldende
nationale voorschriften (IEC 60364
en nationale harmonisaties), in de
elektrische voedingslijn en of er vei-
ligheidsaardlekschakelaars en ther-
mische magneetschakelaars aanwe-
zig zijn op de schakelborden die de
externe en interne eenheden apart
van stroom voorzien. Wij raden aan
om altijd een SPD te installeren, ook
als het risico op basis van de bereke-
ning van de CRL laag is.
– De aansluiting op het elektriciteits-
net is van het type Y, en het vervan-
gen van aansluitkabel mag, om mo-
gelijke schade te voorkomen, alleen
worden uitgevoerd door een erkend
service center.
– Controleer of de installatie geschikt
is om het stroomverbruik van de ge-
installeerde eenheden dat aangege-
ven staat op het typeplaatje van het
product, te ondersteunen.
– De elektrische aansluitingen moeten
worden uitgevoerd met behulp van
een vaste ondersteuning (gebruik
geen mobiele aansluitingen) en wor-
den voorzien van een tweepolige
schakelaar, met een afstand tussen
de contacten van minimaal 3 mm.
– Het is van essentieel belang om het
systeem aan te sluiten op een elektri-
sche installatie die dusdanig geaard
is dat de veiligheid van de installatie
gegarandeerd kan worden.
– Het is verboden om de leidingen van
de hydraulische aansluiting en het
verwarmingssysteem te gebruiken
voor het aarden van het systeem.
– De fabrikant is niet aansprakelijk voor
eventuele schade die veroorzaakt
wordt door een installatie met slech-
te aarding of afwijkingen in het elek-
trisch systeem.
– Sluit de voedingskabel aan op een
netvoeding van 230V- 50Hz (1ph)
of 400V - 50Hz (3 ph). Controleer
hierbij de juiste aansluiting van de
polen en de aansluiting op de aarde
(zie de tabel).
47 / NL