Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Installatie in bedrijf stellen
Parameter voor warmtepompcascade
"Buitentemperatuur verzenden 77FD"
"Interval voor gegevensoverdracht via LON 779C"
"Gebruik warmtepomp in cascade 700C"
"Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbe-
reiding 7901"
"Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/warm water
730D"
Opmerking
De instelling van de extra parameters voor de warmte-
pompcascade gebeurt bij inbedrijfstelling door een
door Viessmann gecertificeerde CV-installateur voor
warmtepompen.
Elektronische stromingsbewaker, type IFM controleren
Afb.40
66
(vervolg)
Instelling
Hoofdwarmtepomp
"0" tot "15"
De elektronische stromingsbewaker het minimumde-
biet, dat voor de werking van de warmtepomp noodza-
kelijk is.
1. Sensorpunt regelmatig op afzettingen controleren.
2. Sensorpunt evt. met een doek reinigen.
Vastzittende afzettingen (bijv. kalk) verwijderen met
een schoonmaakmiddel op basis van azijn.
3. Spanningsvoorziening inschakelen.
De leds "0" tot "9" gaan na elkaar groen branden en
gaan dan weer uit.
Daarna gaat de werkingsindicator aan.
Volgende warmtepom-
pen
"1"
"20"
"0" tot "15"
"0" of "1"
—
"0"/"1"
"0"
"20"
"0"/"1"