Montagehandleiding
Opstelling
(vervolg)
Minimumafstanden
C D
600
B
E
Afb.3
C D
C D
600
600
B
E
Afb.4
Geluiddempend voetstuk
Voor de geluidsisolatie en voor een gelijkmatige
gewichtsverdeling de warmtepomp op een door de
installateur te voorzien voetstuk plaatsen.
12
A
600
A
600
Afstand afhankelijk van installatie door installateur
A
en inbouwsituatie
Vrije ruimte voor installatie en onderhoud (bijvoor-
B
beeld voor uitbouw en reiniging van de pijpenbun-
del-warmtewisselaar)
Type BW:
500 mm
■
≥
Type WW:
2000 mm
■
≥
Kabelinvoeringen:
C
Door de installateur te voorziene trekontlastingen
vereist (wandafstand ≥ 80 mm).
■
Bij gebruik van de hydraulische aansluitacces-
D
soires (aansluitset en flensadapterset-Victaulic in
2
of 3
):
½"
"
1000 mm
≥
■
Hydraulische aansluitingen, door installateur te
voorzien:
600 mm
≥
■
Zonder isolerende onderdelen (zijdelen):
E
855 mm
≥
Opmerking
Bij opstelling van cascaden (twee tot vijf warmtepom-
pen) moet u de desbetreffende minimale afstanden
conform bovenstaande afbeeldingen aanhouden.
Opmerking
Bij een hoekopstelling moet u het voetstuk met de
minimale afstanden verhogen (zie hoofdstuk 'Mini-
mumafstanden').