Veiligheid en aansprakelijkheid
Werkveiligheid
(vervolg)
Gevaar
Het aanraken van onder spanning staande
onderdelen kan door elektrische stroom tot ern-
stige verwondingen leiden. Enkele componenten
op de printplaten staan na het uitschakelen van
de netspanning nog onder spanning.
Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoor-
■
beeld via de aparte zekering of een hoofd-
schakelaar), op spanningvrijheid controleren
en tegen opnieuw inschakelen beveiligen.
Opmerking
Bovenop het stroomcircuit van de regeling
kunnen meerdere laststroomcircuits aanwezig
zijn.
■
Vóór het verwijderen van apparaatafdekkingen
aan de warmtepomp minimaal 4 min. wach-
ten, tot de spanning is afgebouwd.
■
Aansluitbereiken warmtepompregeling en net-
aansluitingen (zie pagina 37) niet aanraken.
Werkzaamheden aan de warmtepomp
!
Opgelet
Voor ingebruikneming en na reparatie- of onder-
houdswerkzaamheden controleren of de warm-
tepomp voldoet aan de reglementaire toestand.
Werkzaamheden aan het koelcircuit
Gevaar
In de koelcircuits van warmtepompen heersen
zowel zeer lage (-25 °C) als zeer hoge
(+130 °C) temperaturen. Werkzaamheden aan
warmtepompen kunnen tot levensgevaarlijk
vries- en brandletsel leiden.
■
Warmtepompen minstens 30 min vóór de
onderhoudswerkzaamheden uitschakelen.
Inspuitklep en compressor zo mogelijk niet
■
aanraken, eventueel werkhandschoenen dra-
gen.
■
Geschikte beschermende kleding dragen.
6
Gevaar
Een ontbrekende aarding van onderdelen kan
bij een elektrisch defect tot ernstig letsel door
elektrische stroom en beschadiging van onder-
delen leiden.
Alle aardleidingverbindingen van de warmte-
■
pomp absoluut weer aanbrengen.
Warmtepomp en leidingen moeten met de
■
equipotentiaalverbinding van het huis verbon-
den zijn.
!
Opgelet
Alle "veiligheidsvoorschriften" in acht nemen,
evenals de hoofdstukken "Elektrische kabels
naar de aansluitruimte van de warmtepomp leg-
gen" (pagina 36) en "netaansluiting"
(pagina 50).
Gevaar
Vallen van zware en slecht hanteerbare onder-
delen van de warmtepomp kan leiden tot levens-
gevaarlijke kneuzingen en breuken.
■
Voor montage/demontage van bijvoorbeeld
compressoren en warmtewisselaars geschikte
bevestigings- en hijswerktuigen gebruiken.
Geschikte veiligheidskleding (bijvoorbeeld vei-
■
ligheidsschoenen) dragen conform de gel-
dende voorschriften ter voorkoming van onge-
vallen.
Gevaar
Koelmiddel R410A is een luchtverdringend, niet-
giftig gas. Ongecontroleerd uitstromend koel-
middel R410A kan in gesloten ruimtes tot adem-
nood en verstikking leiden.
■
Koelmiddel niet inademen.
■
In gesloten ruimtes voor voldoende ventilatie
zorgen.
Vuur vermijden.
■
Voorschriften en richtlijnen voor de omgang
■
met dit koudemiddel beslist in acht nemen en
aanhouden.