3.2 Functie componenten
1 Rookgasafvoer:
2 Resetknop:
3 Display:
4 Schakelkast:
5 Gasaansluiting ½":
6 Beveiligingsafsluiter:
7 Filter:
8 Verbrandingsluchttoevoer:
9 Bedieningspaneel:
10 Systeemventilator:
11 Aansluiting ruimtethermostaat:
12 Aansluiting temperatuurvoeler:
13 Aansluiting netvoeding 230 V:
14 Rookgasventilator:
15 Maximaalbeveiliging:
16 Ontsteekpen:
17 Brander:
18 Aansluiting condenswaterafvoer:Aansluiting voor afvoer van het condenswater uit het toestel.
19
Sifon:
3. Opbouw
Afvoerkanaal voor het transporteren van de verbrandingsgassen.
Ontgrendelingsknop voor herstel van de uitgangssituatie.
Uitleesvenster voor een aantal bedrijfssituatie in het toestel, zoals
temperatuur.
Kast met elektronische componenten voor diverse regelingen en
bewaking van de veilige werking van het toestel.
Ook is in deze schakelkast een 16-polige connector aangebracht
voor specifieke toepassingen.
Aansluiting voor de gasleiding.
Regelt de gashoeveelheid.
Filtert stofdeeltjes uit de lucht en beschermt de systeemventilator tegen
vervuiling.
Toevoerkanaal voor de verbrandingslucht.
Knoppen voor het veranderen en vastleggen van diverse instellingen.
Zorgt voor het transporteren van de verwarmde lucht naar de
betreffende vertrekken en het aanzuigen van de retourlucht.
Steker met schroefverbinding voor kabel met 2-aders van de
ruimtethermostaat.
Stekker met schroefverbinding voor kabel met 2-aders van de
temperatuurvoeler.
Steker met schroefverbinding voor netvoedingskabel met 3-aders.
Zorgt voor gedwongen afvoer van de verbrandingsgassen en zuigt
(modulerend) een juiste hoeveelheid mengsel voor de verbranding
aan.
Sensor voor het bepalen van de maximale luchttemperatuur in het
toestel.
Laat het gasmengsel ontsteken en 'meet' of er een vlam aanwezig is.
Laat het gasmengsel op een gecontroleerde wijze verbranden, zodat de
uitstoot van schadelijke stoffen tot een minimum wordt beperkt.
Installatievoorschriften Allure
februari 1997
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.