6.1 In- en uitschakelen toestel
Inschakelen van het toestel
1.Schakel de netvoeding in.
2.Zet de ruimtethermostaat op "niet warmtevraag".
3.Open de gaskraan.
4.Stel de ruimtethermostaat in op de gewenste temperatuur.
5.Na een wachttijd van ongeveer 25 seconden zal het toestel ontsteken.
Bij een correcte ontsteking van het toestel geeft het eerste digit van het display aan:
Bij stijgende uitblaastemperatuur zal de systeemventilator meer lucht gaan transporteren.
Komt de brander niet in, dan geeft het display aan wat de oorzaak hiervan is (zie storingstabel).
Wanneer het toestel niet in bedrijf komt, maar geen storing aangeeft, controleer of de stekers van de
temperatuurvoeler en de ruimtethermostaat niet zijn verwisseld.
Opmerking:
Bij het voor de eerste keer in bedrijf stellen is het mogelijk dat de startprocedure
enige malen herhaald dient te worden, omdat er lucht in de gasleiding aanwezig is.
Uitschakelen van het toestel
1.Zet de ruimtethermostaat op "niet warmtevraag".
2.Sluit de gaskraan.
3.Wacht tot de systeemventilator op een laag toerental draait of stilstaat, voordat de netvoeding wordt
uitgeschakeld.
4.Schakel de netvoeding uit.
6. In werking stellen
0 - Geen warmtevraag
5 - Wachten op starten rookgasventilator
1 - Voorventileren
2 - Ontsteken
3 - Brander in bedrijf
Installatievoorschriften Allure
februari 1997
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.