Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchttoevoer En Rookgasafvoer Bij Gesloten Opstelling; Aansluiting Op Clv-Systeem - Brink B22 Installatievoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

5. Installeren

5.2.3 Luchttoevoer en rookgasafvoer bij gesloten opstelling

De mantel van het Allure-toestel is luchtdicht uitgevoerd en vormt een deel van de verbrandings-
luchttoevoer. Het is daarom vereist dat bij een werkend toestel het deksel aan de voorzijde goed
gemonteerd is en goed afsluit.
Verbrandingsluchttoevoer
De verbindingen van het luchttoevoermateriaal moet overeenkomstig de eisen van het installatie-
voorschrift worden uitgevoerd.
Voor het verbrandingsluchttoevoerkanaal wordt de Brink enkelwandige aluminium pijp geadviseerd
volgens NEN 7203.
Ander materiaal is ook toegestaan, mits geen chloorhoudende kunststof.
De diameter van de verbrandingsluchtaansluiting bedraagt 80 mm.
Voor de aanleg van het verbrandingsluchttoevoerkanaal zie NEN 1078 (GAVO).
Voor maximale lengte van het aanvoerkanaal zie paragraaf 5.2.2.
Het verbrandingsluchttoevoerkanaal kan aangesloten worden op de dakdoorvoer, maar ook een
separate gevelaansluiting is mogelijk.
Rookgasafvoer
De verbindingen van het afvoermateriaal voor de verbrandingsgassen moet overeenkomstig de eisen
van het installatievoorschrift worden uitgevoerd; alleen dan geldt het verkregen CE-label.
Als de verbrandingsluchttoevoer door de gevel geschiedt, kan voor de rookgasafvoer worden volstaan
met een enkele dakdoorvoer in hetzelfde drukvlak.
Indien de verbrandingsluchttoevoer en de rookgasafvoer door het dakvlak geschiedt, dient een speciaal
ontworpen en meegekeurde (zie figuur 6, paragraaf 5.2.1) dakdoorvoer te worden gemonteerd.
Aansluiten op een andere dakdoorvoer is niet toegestaan in verband met de goedkeuring
volgens het CE-label.
lndien de verbrandingsluchttoevoer en de rookgasafvoer door een gecombineerde geveldoorvoer
plaatsvindt, dient de montage volgens figuur 7, paragraaf 5.2.1 te geschieden.
Bij een rookgasafvoer door de gevel moet deze met afschot naar het toestel toe gemonteerd worden
zodat het condenswater terugloopt naar het toestel.
Aansluiten op een andere geveldoorvoer is niet toegestaan in verband met de goedkeuring
volgens het CE-label.
De diameter van de rookgasaansluiting bedraagt 80 mm.
Voor de aanleg van de rookgasafvoer zie NEN 1078 (GAVO).
Voor maximale lengte van het afvoersysteem zie paragraaf 5.2.2.
5.2.4 Aansluiten op CLV-systeem
Het is mogelijk een Allure-toestel aan te sluiten op een CLV-systeem mits dit gebeurt volgens de GAVO
voorschriften. Bij andere uitmondingen dan de Brink dak- en geveldoorvoersets dient toestemming
gegeven te worden door Brink en het Energiebedrijf.
Installatievoorschriften Allure
februari 1997
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C12C32B-16 hrB-16 hrdB-25 hrB-25 hrd ... Toon alles

Inhoudsopgave