9. Gasinstallatie
Aansluiting gasregelaar op gasfles
Plaatsing gasfles in gasfleskast
Regelaar en ventielen
• Gebruik uitsluitend speciale drukregelaars met veiligheidsven-
tiel. Andere regelaars zijn niet toegestaan en zijn niet berekend
op de hoge belasting.
• Drukregelaars moeten een vaste uitgangsdruk van 30 mbar
hebben. Hiervoor gelden de normeisen van EN 12864, bijlage
D. De doorstroomhoeveelheid van de regelaar moet
1,2 kg/h bedragen.
• Sluit de drukregelaar zorgvuldig handmatig op de fles aan.
Daarbij geen sleutels, tangen of vergelijkbaar gereedschap ge-
bruiken.
• Gebruik bij temperaturen beneden 5°C een ijsbestrijdingsinstal-
latie (IJs-Ex)* voor regelaars.
Gasregelaar voor Frankrijk en Groot-Brittannië
In verband met landspecifieke voorschriften moet de gasregelaar
bij voertuigen voor Frankrijk en Groot-Brittannië vast aan de wand
van de gasfleskast zijn gemonteerd. Dit vereist het gebruik van een
hogedrukslang en sluit het gebruik van de standaard toegepaste
lagedrukslangen uit.
Houd er bij het verwisselen van de slang beslist re-
kening mee dat bij op de wand gemonteerde gasre-
gelaars hogedrukslangen vereist zijn.
De schroefverbindingen van de gasdrukregelaar heb-
ben een linkse schroefdraad.
Vóór de ingebruikneming
• De gasafvoerbuis moet dicht en vast zijn aangesloten aan verwar-
ming en schoorsteen. Hij mag geen beschadigingen vertonen.
• Ventilatieopeningen vrijhouden.
• Schoorsteen zo nodig van sneeuw ontdoen.
• Aanzuigopeningen voor de verbrandingslucht onder de voer-
tuigbodem van vuil en zo nodig sneeuwresten ontdoen. De
verbrandingsgassen kunnen anders een ontoelaatbaar hoog
CO-gehalte krijgen.
• De veiligheidsontluchtingen mogen niet afgesloten worden.
• Wij raden u aan een poeder-brandblusser met een capaciteit
van minstens 1 kg bij de toegangsdeur en een branddeken
naast het kooktoestel te plaatsen. Maak uzelf vertrouwd met de
op het terrein genomen veiligheidsmaatregelen tegen brand (zie
ook 2.2).
Lees de gebruiksaanwijzing van de toestelfabrikanten
aandachtig door.
*
86