127
13. Afvalverwijdering en milieubescherming
Voor alle afval geldt
• Afval scheiden en recycleerbare stoffen in de kringloop terug-
brengen.
• Afvalbakken liefst in de daarvoor bestemde tonnen of contai-
ners ledigen. Zo worden onaangename geurvorming en proble-
matische vuilnisophoping aan boord vermeden.
Voor parkeerterreinen geldt
• Rustplaatsen altijd in schone toestand achtterlaten, ook wan-
neer het afval van anderen afkomstig is.
• Huisvuil mag niet in de afvalbakken worden gedeponeerd.
• Laat de motor van het trekkende voertuig niet onnodig draaien.
Een koude motor produceert tijdens het stationair draaien bij-
zonder veel schadelijke stoffen. De bedrijfstemperatuur van de
motor wordt het snelst bereikt tijdens het rijden.
Een behoedzame omgang met het milieu ontziet niet
alleen de natuur, maar is ook in het belang van alle ca-
ravanners!