4. Wielen, banden
4.5 Het verwisselen van een wiel
Onderlegwiggen in de gasfleskast
1
Onderlegwiggen onder het wiel plaatsen
Voor wielbouten geldt
- Voor wielbouten geldt: controleer wielbouten voor het eerst na 50
km en daarna in het kader van de normale onderhoudsbeurten.
NB:
Wielbouten voor alle 13" + 14" stalen velgen en alle licht-
metalen velgen (incl. 15"): conisch
Wielbouten voor alle 15" stalen velgen: bolconisch
Aandraaimomenten
- voor staalvelgen:
- voor aluminium velgen:
NB: Let bij vervanging van velgen (staal -> aluminium
/ aluminium -> staal) beslist op de bijbehorende
wielbouten!
Controleer aanhaalmomenten eens in de 5000 km of
minstens eenmaal per jaar.jährlich kontrollieren.
Het verwisselen van een wiel voorbereiden
• Zorg in de eerste plaats voor uw eigen veiligheid!
• Verwissel het wiel zo mogelijk bij een aangekoppeld trekkend
voertuig.
• Parkeer het voertuig op een zo vlak mogelijke en vaste ondergrond.
• Bij bandenpech op de openbare weg: beveilig het weggedeelte
met gevarendriehoek resp. knipperlicht.
• Trekkend voertuig: handrem aantrekken, wielen recht naar voren
zetten, in een versnelling schakelen of bij een automatische ver-
snellingsbak in de P-stand schakelen.
1
• Caravan: handrem aantrekken, neuswiel in rijdende stand laten
staan, stabilisatie-inrichting deactiveren (let op: niet helemaal
openen!).
• Haal
de onderlegwiggen uit de gasfleskast (modelspecifiek
j
deels rechts en links boven vastgeklemd).
• Plaats de onderlegkeggen
om het voertuig te borgen.
• Draai vóór het opkrikken de wielbouten één slag los, maar draai
ze niet verder los.
1
110 Nm
120 Nm
vóór en achter het nog intacte wiel,
j
26