Probleem
De motor blijft niet lopen als de
bestuu de op de stoe
bestuurder op de stoel zit en de
t e de
schakelhendel in de versnelling staat
of het maaipedaal is ingetrapt.
De motor slaat af ongeacht de stand
van de schakelhendel of het
maaipedaal (zelfs als beide in de
p
(
neutraalstand staan) wanneer u de
l
d
)
stoel verlaat.
De motor lijkt te veel "af te slaan"
tijdens het transport. (Het is normaal
dat motor af en toe afslaat).
De motor slaat niet af als het
co tacts eute tje op U t o dt ged aa d
contactsleuteltje op Uit wordt gedraaid.
De accu laadt niet op.
p
De motor slaat niet af als de
bestuurder op de stoel zit en de
bestuu de op de stoe
t e de
schakelhendel in de versnelling staat
terwijl de parkeerrem in werking is
gesteld.
gesteld.
Mogelijke oorzaken
1. De stoelschakelaar is verkeerd
afgesteld of is beschadigd.
2. De veer van de tegendrukpen zit
vastgeklemd in de Omhoog-stand.
3. De draden van de
parkeerremschakelaar zijn los.
4. De draden van de
parkeerremschakelaar zijn
beschadigd.
1. De maai-/hefschakelaar en/of de
tractieschakelaar zijn verkeerd
afgesteld of zijn beschadigd.
d
2. De draden van de
maai-/hefschakelaar en/of de
tractieschakelaar zijn los.
3. De stekkerdraden van het
verlengsnoer van de
tractieschakelaar zijn los.
4. De "B" aansluitkabel van de
sleutelschakelaar is los.
1. De stoel drukt de knop van de
stoelschakelaar te gemakkelijk
omhoog.
1. De contactschakelaar zit los.
2. De contactschakelaar is
beschadigd.
3. De draden in de stekker hebben
kortsluiting gemaakt.
4. De kleptiming of de carburateur is
verkeerd afgesteld.
1. Doorgebrande of losse zekering.
2. Losse draad in het elektrische
systeem.
3. De wisselstroomdynamo of de
laadkring van de motor is
beschadigd.
1. De stekker zit niet in de kill-relais
van de parkeerrem.
2. De parkeerremschakelaar is
beschadigd.
3. Een diode is beschadigd.
49
Remedie
1. Zie Stoelschakelaar vervangen.
2. De vastgeklemde onderdelen
losmaken en smeren zodat de pen
onbelemmerd kan werken. De veer
vervangen als deze versleten of
beschadigd is.
3. Draden aansluiten.
4. De schakelaar vervangen.
1. Zie Maai-/hefschakelaar vervangen
en Stoelschakelaar vervangen.
2. Draden aansluiten.
3. Draden aansluiten.
4. Draden aansluiten.
1. De stoelschakelaar afstellen of de
bestuurder tijdens het transport
achterover laten leunen in de stoel.
1. De stekker op de aansluitpunten
van de contactschakelaar drukken.
2. De contactschakelaar vervangen.
3. Beschadigde kabels repareren.
4. De carburateur of de kleptiming
afstellen.
1. Een nieuwe zekering monteren.
2. Alle aansluitingen controleren en
alle noodzakelijke reparaties
uitvoeren.
3. Een nieuwe wisselstroomdynamo
monteren of de laadkring van de
motor herstellen.
1. De stekker in de kill-relais van de
parkeerrem drukken.
2. De schakelaar vervangen.
3. De diode vervangen.