Belangrijk
U mag de machine nooit tot stilstand
brengen op een green terwijl de messenkooien van het
maaidek draaien, omdat hierdoor de green kan worden
beschadigd. Laat de machine ook niet stoppen op een natte
green omdat de wielen van de machine dan sporen of
afdrukken kunnen achterlaten.
6. Maak het werk af door de buitenste rand van de green te
maaien. Zorg ervoor dat u in een andere richting maait
dan de voorgaande keer. Let altijd op het weer en de
greenomstandigheden en zorg ervoor dat u in een
andere richting maait dan de voorgaande keer. Plaats de
flag terug.
7. Verwijder al het maaisel uit de grasmanden voordat u de
machine naar de volgende green rijdt. Zwaar en vochtig
maaisel vormt een overmatige belasting van de manden
en voegt onnodig gewicht toe aan de machine, waardoor
de motor, het hydraulische systeem, de remmen, enz.
zwaarder worden belast.
Transport
Zorg ervoor dat de maaidekken volledig zijn opgeheven.
Zet de schakelhendel in de Nr. 2 stand als de
omstandigheden een hogere rijsnelheid toelaten. Schakel
naar de Nr. 1 stand en maai bij een lagere snelheid op
oneffen of heuvelachtig terrein. Gebruik de remmen om de
machine langzamer te laten rijden als u een steile helling
afrijdt om te voorkomen dat u de macht over het stuur
verliest. Verminder altijd uw snelheid (schakehendel in
Nr. 1 stand), als u oneffen terrein nadert, en rij voorzichtig
in sterk glooiend gebied. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt
met de breedte van de machine. Probeer niet tussen
objecten te rijden die dicht bij elkaar staan, teneinde dure
schade en uitvaltijd te voorkomen.
Inspectie en reiniging na het
maaien
Als u klaar bent met maaien, moet u de machine grondig
schoonspoelen met een tuinslang zonder spuitmond, zodat
bij een te hoge waterdruk de afdichtingen en lagers niet
worden beschadigd en verontreinigd raken. Na reiniging
verdient het aanbeveling de machine te controleren op
eventuele lekken in het hydraulische systeem, beschadiging
of slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen,
en te kijken of de maaimessen scherp genoeg zijn. Smeer
verder het maaipedaal en het hefpedaal en de remas met
SAE 30 olie of een sproeismeermiddel om corrosie te
voorkomen en ervoor te zorgen dat de machine tot
tevredenheid blijft werken als u deze de volgende keer
gebruikt.
De tractie-eenheid slepen
In noodgevallen kan de machine over een korte afstand
worden gesleept (minder dan 0,4 km). Toro adviseert echter
hiervan geen standaard procedure te maken.
Belangrijk
U mag de machine niet sneller dan 3–5 km
per uur slepen omdat hierdoor het aandrijfsysteem kan
worden beschadigd. Als de machine over een grote afstand
moet worden verplaatst, moet u deze vervoeren op een
vrachtwagen of een aanhanger.
26