Probleem
Een of meerdere maaidekken zijn
traag of de messenkooien worden niet
aangedreven.
De drukleidingen van de aandrijving
van de messenkooi trillen tijdens
gebruik.
Het maaipedaal blijft alleen ingetrapt
a s u u
als u uw voet hierop houdt (plunjer
oet
e op oudt (p u je
Nr. 2 is niet vergrendeld)
Elektrisch systeem:
De motor start (maar mag juist niet
starten) terwijl de schakelhendel in de
versnelling staat.
De motor start (maar mag juist niet
starten) terwijl het maaipedaal is
ingetrapt en messenkooien zijn
ingeschakeld.
De motor start (maar mag juist niet
starten) terwijl de bestuurder niet op
de stoel zit.
Mogelijke oorzaken
1. Het contact tussen de snijplaat en
de messenkooi is te zwaar
afgesteld.
2. De lagers van de messenkooi zijn
stroef.
3. Achterste nokkenas is verkeerd
afgesteld.
4. De ringklep in een ontlastpatroon
is uit de zitting.
5. Verkeerde aanzuigleiding(en)
gemonteerd. De leiding is geknikt.
6. Een aansluiting van een leiding is
verstopt.
7. Een motor is sterk versleten.
8. Het toerental van de messenkooi
van maaidek Nr. 1 is te laag.
9. De pomp is sterk versleten.
10. Een plunjer zit los in het klephuis.
Vloeistof lekt langs plunjer.
11. Een stalen drukleiding is
beschadigd en de doorstroming
wordt belemmerd (uitsluitend bij
frontmaaidekken).
12. Het vloeistofpeil is zo laag dat
hierdoor de totale prestaties van
de machine achteruitgaan.
1. Dit is normaal. Dit verschilt per
leiding.
1. Achterste nokkenas is verkeerd
afgesteld.
2. Het vergrendelmechanisme van
plunjer Nr. 2 werkt gebrekkig.
1. De tractieschakelaar is verkeerd
afgesteld of is beschadigd.
1. De maai-/hefschakelaar is
verkeerd afgesteld of is
beschadigd.
1. De stoelschakelaar is verkeerd
afgesteld of is beschadigd.
47
Remedie
1. Maaidekken afstellen
overeenkomstig de instructies in
de gebruikershandleiding voor de
maaidekken.
2. Indien nodig repareren.
3. Nokkenas afstellen.
4. De ontlastpatroon verwijderen en
repareren of vervangen.
5. De aanzuigleiding verwijderen en
vervangen door originele
Toro-onderdelen.
6. Indien nodig repareren.
7. Controletest uitvoeren. Motor
repareren of vervangen.
8. De hefcilinders controleren op
inwendige lekkage. De cilinder
repareren of vervangen.
9. Controletest uitvoeren. Pomp
repareren of vervangen.
10. De plunjerklep vervangen.
11. De leiding vervangen.
12. Vloeistof bijvullen.
1. Geen reparatie nodig.
1. Nokkenas afstellen.
2. Verwijderen en repareren.
1. Zie Tractieschakelaar vervangen.
1. Zie Maai-/hefschakelaar
vervangen.
1. Zie Stoelschakelaar vervangen.