Remmen afstellen
Aan beide kanten van de machine bevindt zich een hendel
om de rem af te stellen zodat de remmen gelijkmatig
kunnen worden afgesteld. De remmen worden als volgt
afgesteld:
1. Zet de machine in beweging en trap het rempedaal in;
beide wielen moeten in gelijke mate worden
geblokkeerd.
Voorzichtig
Een remproef in een afgesloten ruimte waar zich
andere mensen bevinden, kan letsel veroorzaken.
Controleer de remmen altijd op een ruim, open en
vlak terrein waar zich vóór en na de afstelling geen
andere personen en obstakels bevinden.
2. Als de remmen niet in gelijke mate blokkeren, maakt u
de remstangen los door de borgpen en de gaffelpen te
verwijderen (Fig. 43).
4
Figuur 43
1. Gaffelpen en borgpen
2. Contramoer
3. Draai de contramoer los en stel de gaffel af (Fig. 43).
4. Monteer de gaffel aan de remas (Fig. 43).
5. Controleer de vrije slag van het rempedaal als de
afstelling is voltooid. Het rempedaal moet een vrije slag
van 13 tot 26 mm hebben voordat de remschoenen
contact maken met de remtrommels. Indien nodig moet
u nogmaals afstellen totdat het rempedaal de correcte
vrije slag heeft.
6. Zet de machine in beweging en trap het rempedaal in;
beide remmen moeten de wielen in gelijke mate
blokkeren. Indien nodig opnieuw afstellen.
7. Het verdient aanbeveling de remmen elk jaar te
polijsten; zie Inrijperiode, blz. 22.
1
3
2
m–5100
3. Gaffel
4. Remas
Achterste nokkenas afstellen
Als de nokkenas verkeerd voor de kleppen staat, kunnen de
volgende storingen optreden:
• Geen hogere rijsnelheid als de schakelhendel in de Nr. 2
stand (transport) wordt gezet.
• Het maaipedaal blijft niet ingedrukt (vergrendeld) als u
uw voet van het pedaal neemt.
• De maaidekken gaan traag omhoog.
• Maaidekken worden traag of niet aangedreven.
Als zich een of meerdere storingen voordoen, draait u de
montagetapbouten van de achterste nokkenas (Fig. 44) los
en verplaatst u de nokkenas totdat het euvel is verholpen.
Draai de tapbouten vast.
Belangrijk
U moet de maai-/hefschakelaar opnieuw
afstellen nadat u de nokkenas hebt afgesteld. Bovendien
moet u de hoogte van het hefpedaal en het maaipedaal
afstellen.
2
Figuur 44
1. Montagetapbouten
35
1
2. Nokblokken