reageert op de afstandsbediening die is
meegeleverd met de receiver.
De bedieningsmodi van receiver en
afstandsbediening zijn de af fabriek ingestelde
(COMMAND MODE AV2).
Receiver en afstandsbediening moeten
dezelfde bedieningsmodus gebruiken. Als de
bedieningsmodus van receiver en
afstandbediening verschillen, kan de receiver
niet worden bediend met de
afstandsbediening.
Bedieningsmodus van de
receiver omschakelen
?/1
2CH/A.DIRECT
1
Druk op de toets ?/1 om de
receiver uit te schakelen.
2
Houd 2CH/A.DIRECT ingedrukt
en druk ondertussen op ?/1 om
de receiver in te schakelen.
Als de bedieningsmodus is ingesteld op
"AV2" verschijnt "C. MODE AV2" op het
display.
Als de bedieningsmodus is ingesteld op
"AV1" verschijnt "C. MODE AV1" op het
display.
82
NL
Bedieningsmodus van de
afstandsbediening omschakelen
RM SET
UP
SHIFT
1, 2
1
Druk ?/1 terwijl u drukt op RM
SET UP.
De toetsen AMP en ZONE knipperen.
2
Druk op AMP.
De ZONE-toets dooft, de AMP-toets
blijft knipperen en de SHIFT-toets licht
op.
3
Druk op de cijfertoets 1 of 2
terwijl de AMP-toets knippert.
Wanneer u op 1 drukt, wordt de
bedieningsmodus ingesteld op
"COMMAND MODE AV1". Wanneer u
op 2 drukt, wordt de bedieningsmodus
ingesteld op "COMMAND MODE AV2".
De AMP-toets licht op.
4
Druk op ENT/MEM.
De toets AMP knippert twee keer als de
bedieningsmodus met succes is ingesteld.
?/1
AMP
ZONE
ENT/
MEM