Het bedieningspaneel gebruiken
P
w
w
K
+2.0
ISO
1600
10
F
M
INE
+2.0 1/400
F3.5
De flitssterkte en de indicatie voor
het regelen van de flitssterkte
worden weergegeven.
Instellen met de knoppen
P
2008.08.26
2008.08.26
K
+0.0
ISO
1600
10
M
1/400
F3.5
Als u op 4 & drukt
Mijn modus veranderen
Selecteer dit pictogram.
c
r1/2/3/4
r1/2/3/4
K
+0.0
ISO
1600
10
F
M
INE
1/400
F3.5
(Voorbeeld) Om [w] in te stellen.
1 Druk op o om het bedieningspaneel op de monitor weer te geven.
De cursor verschijnt in het functiegebied.
2 Gebruik de pendelknop om [w] te selecteren en gebruik dan de
+0
regelaar om de instellingen te wijzigen.
+0
• Items die niet kunnen worden geselecteerd, zijn grijs gemarkeerd.
• Items die niet kunnen worden ingesteld, worden aangeduid met [–].
+0
4 4
Als 4 &, 1z, 2Y of f wordt ingedrukt, wordt het overeenkomstige
pictogram op het bedieningspaneel geselecteerd. Zolang het pictogram is
geselecteerd, kunt u de regelaar gebruiken om de waarde van de functie
in te stellen.
+0
+0
+0
4 4
U kunt deze functie gebruiken als de functieknop op r staat.
Gebruik de pendelknop om r te selecteren en gebruik de regelaar om
Mijn Modus te veranderen.
g "MY MODE SETUP Functies m.b.t. het fotograferen instellen en
opslaan" (Blz. 57)
+0
+0
+0
4 4
31
NL