8 AEL AFL /
AEL AFL De scherpstellingspositie en belichting vastleggen
Leg [AE LOCK], [AF LOCK] of [AF LOCK + AE LOCK] vast op AEL AFL zodat de betreffende functie wordt
geactiveerd door erop te drukkenAEL AFL in opnamemodus.
g "AEL / AFL-KNOP De AE-lock- en AF-lock-functies registreren" (Blz. 57)
AE-lock-teken
AF-lock-teken
Repeterende opnamen weergeven in de stand Indexweergave
Alleen de eerste foto van de repeterende opnamen verschijnt.
Druk op
in de stand Weergeven om repeterende opnamen weer te geven in de indexweergave.
g "Foto's die in de stand Continu fotograferen zijn gemaakt, weergeven in de stand indexweergave
(repeterende weergave), of in de stand Automatisch (automatische weergave van repeterende opnamen)"
(Blz. 20)
9 #UP-knop
Activeert de flitser.
Druk op #UP om een foto te maken met flitser.
0 3#-knop
Druk op #UP in de opnamemodus om de flitser te activeren. Druk op 3# om de flitserfunctie te selecteren.
Druk op o om uw keuze te bevestigen.
AUTO
Autoflitsen
!
Flitsen met onder-
drukken van rode ogen
#
Invulflitsen
H
Invulflitsen met onder-
drukken van rode ogen
$
Flitser uit
#SLOW
Trage synchronisatie
!SLOW Trage synchronisatie /
Flitsen met onder-
drukken van rode ogen
#SLOW2
Trage synchronisatie 2
• De flitseropties zijn uitgeschakeld als de omhoogkomende flitser gesloten is.
-knop
Repeterende opnamen weergeven in de stand Indexweergave
Zowel de scherpstellingspositie als de belichting vastleggen
(AF-lock + AE-lock)
• Leg [AF LOCK + AE LOCK] vast op AEL AFL De metingswaarde wordt
opgeslagen door op AEL AFL te drukken. De scherpstelling en
belichting zijn vastgezet. ^ (AF-lock-teken) en B (AE-lock-teken)
worden op het scherm weergegeven. Druk nogmaals op AEL AFL om
de AF-lock + AE-lock te annuleren. Telkens als u deze knop indrukt,
schakelt u heen en weer tussen het vasthouden en annuleren van de
scherpstelling en de belichting.
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
De flitser geeft inleidende flitsen af om rode ogen op uw foto's te
onderdukken.
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
De hoofdflits ontsteekt altijd na de inleidende flitsen die het effect van
rode ogen onderdrukken.
De flitser ontsteekt niet.
De flitser flitst met een lange sluitertijd. De flitser gaat af, meteen nadat
de sluiter zich volledig geopend heeft (1ste sluitergordijn). Als de
flitser flitst met een lange sluitertijd, kunt u zowel de achtergrond,
zoals een nachttafereel, als het onderwerp vastleggen.
Als u trage synchronisatie (1ste sluitergordijn) combineert met het
gebruik van de flitser, kunt u deze functie ook gebruiken om rode ogen
te onderdrukken. Gebruik deze stand om foto's te maken van een
persoon in een nachttafereel.
De flitser gaat pas af net voordat de sluiter dichtgaat (2de
sluitergordijn). U kunt deze instelling gebruiken om interessante
effecten te bereiken, bijvoorbeeld het suggereren van beweging door
de achterlichten van een rijdende auto als strepen weer te geven. Hoe
langer de sluitertijd, hoe beter de effecten tot hun recht komen.
De scherpstellingspositie en belichting vastleggen /
Flitser omhoog
Gebruik van de flitser
23
NL