11.0 Storingen in de elektronica
Indien er storingen aan de AMADOS III-D of aan de Jobcomputer of aan de elektrische
stappenmotoren optreden, die niet meteen te verhelpen zijn, kan desondanks worden verder
gewerkt (zie bedieningshandleiding AMADOS III-D of Jobcomputer).
11.1
Instellen van de Strooihoeveelheid
Het in- en verstellen van de strooihoeveelheid uitvoeren met aangekoppelde
machine en gesloten schuiven.
Voor de gewenste strooihoeveelheid wordt de vereiste stand van de schuiven met de beide
stelhendels (fig. 11.1/1) ingesteld. De betreffende stand van de doseerschuiven direct
in de strooitabel (hfdst. 11.1.2) aflezen, of met de rekenschijf (hfdst. 11.1.3) vaststellen.
I
De instelgegevens van de strooitabel zijn alleen richtwaarden. De strooi-
eigenschappen van de meststof zijn aan verandering onderhevig en kunnen
een andere instelling noodzakelijk maken. Daarom voor het strooien altijd
een afdraaiproef uitvoeren.
F
De berekening van de stand van doseerschuiven met behulp van de rekenschijf
geschiedt na uitvoeren van de afdraaiproef. Hierdoor wordt bij het vaststellen
van de stand van de doseerschuiven reeds rekening gehouden met de
verschillende strooi-eigenschappen van de kunstmest.
11.1.1 Stand van de doseerschuiven met de stelhendels instellen
-
De stappenmotoren loskoppelen en de kleminrichting van de instelhendels afstellen (zie
hiervoor de bedieningshandleiding van de AMADOS III-D of Jobcomputer ).
-
Doseerschuif sluiten,
-
Vleugelmoer (fig. 11.1/2) losdraaien,
-
De gewenste positie van de doseerschuif op de schaalverdeling (fig. 11.1/3) opzoeken,
-
De afleeskant (fig. 11.1/4) van de wijzer van de stelhendel (fig. 11.1/5) op de betreffende
waarde instellen,
-
Vleugelmoer (fig. 11.1/2) weer vast aandraaien.
I
De hendels van schuivenbediening rechts en links in dezelfde positie zetten!
85