2. Kettingen in frametunnel
Verwijder het deksel van de frametunnel, zie punt
1.
Smeer de kettingen in de frametunnel met een
oliekan of kettingspray voor motorfietsen.
Smeer de as voor de rollen van de besturingskabel
met vet. Schuif de rollen opzij en breng met een
kwastje vet op de as aan.
Plaats het deksel weer op de frametunnel.
3. De kabel van het differentieelslot
Haal de rubber bescherming van de kabel weg en
smeer de kabel met een oliekan. Trap enkele keren
op het pedaal, smeer weer en plaats de rubberen
bescherming terug.
4. Motorolie
De motorolie moet de eerste keer worden
vervangen na acht gebruiksuren. Daarna moet
verversing plaatsvinden na iedere 100
gebruiksuren.
WAARSCHUWING!
De motorolie kan zeer warm zijn
als deze wordt afgetapt direct na
het stoppen. Laat daarom de
motor eerst wat afkoelen.
1. Open de motorkap.
2. Plaats een kan onder de linker aftapplug van de
motor.
3. Verwijder de peilstok. Verwijder de aftapplug op
de linker kant van de motor.
4. Laat de olie in de opvangbak lopen.
5. Plaats daarna de olieplug weer en zet hem
vast.
6. Vervang het oliefilter indien nodig.
7. Vul bij met nieuwe motorolie volgens de
instructies op de volgende bladzijde.
SMEREN
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruikte motorolie is schadelijk voor de
gezondheid en mag volgens de wet niet op
de grond of in de natuur worden
uitgegoten, maar moet worden ingeleverd
bij een werkplaats of een daarvoor
aangewezen plaats voor verwerking.
Vermijd contact met de huid, wassen met
zeep en water bij eventueel knoeien.
43
Nederlands –